Vloeistofinspuiting
Principe
Tot vier kleppen kunnen worden aangesloten, één voor iedere
solid state uitgang.
De regeling kan worden uitgevoerd met elektronische expansie-
ventielen type AKV of ETS, of met thermostatisch expansieventie-
len (TEV) waarbij de temperatuur wordt geregeld door middel van
mag-
neetkleppen type EVR.
Adaptieve oververhitting met AKV (ETS)
De verdampingstemperatuur wordt gemeten met drukopnemer P
en de oververhitting wordt gemeten met dezelfde drukopnemer
en sensor S2.
SH close
De functie bevat een adaptief algoritme die de openingsgraad
van de klep zo aanpast dat de verdamper altijd optimaal is gevuld
en dus optimaal koelt.
De referentie voor de oververhitting wordt begrensd met een
maximale en minimale instelling.
Als de oververhitting erg laag wordt, kan de AKV klep versneld ge-
sloten worden door middel van de 'SH close' instelling. Wanneer
de oververhitting is gezakt tot 1K boven de 'SH close' , zal deze
functie de openingsgraad zo reduceren dat de klep met zekerheid
gesloten is zodra de oververhitting de 'SH close' waarde bereikt.
Om te voorkomen dat de 'SH close' functie de algemene overver-
hittingsregeling beinvloedt, moet de 'SH close' minstens 1K onder
de 'SH min.' worden ingesteld.
Eén drukopnemer kan worden aangesloten op meerdere rege-
laars als de koelobjecten op dezelfde zuigleiding zijn aangesloten.
Als in de zuigleiding van een verdamper een klep is opgenomen,
zoals een KVP, KVQ, PM of ICM/ICV, moet de drukopnemer voor
deze klep worden gemonteerd en kan het signaal van deze druko-
pnemer alleen voor deze verdamper worden gebruikt.
AK-CC 750
RS8EM310 © Danfoss 02-2013
Koudemiddel
Voordat de koeling wordt gestart, moet het koudemiddel worden
geselecteerd.
De volgende koudemiddelen kunnen worden geselecteerd:
1 R12
11 R114
2 R22
12 R142b
3 R134a
13 User defined
4 R502
14 R32
5 R717
15 R227
6 R13
16 R401A
7 R13b1
17 R507
8 R23
18 R402A
9 R500
19 R404A
10 R503
20 R407C
Als een nieuw koudemiddel is gewenst welke niet in bovenstaan-
de lijst staat, kan 'Gebruiker gedef. ' worden gekozen.
Bij deze instellingen horen een aantal waarden welke bij Danfoss
kunnen worden opgevraagd.
Waarschuwing: onjuiste selectie van het koudemiddel kan leiden
tot beschadiging van de compressor.
MOP regeling
(MOP = Max. Operating Pressure)
De MOP functie begrenst de openingsgraad van de klep als de
verdampingstemperatuur gemeten door drukopnemer (P) hoger
is dan een ingestelde waarde. Deze functie is alleen actief als de
inspuitfunctie AAN staat.
Start/stop inspuiting
De inspuiting van de afzonderlijke secties kan per sectie worden
gestopt of uitgezet.
21 R407A
31 R422A
22 R407B
32 R413A
23 R410A
33 R422D
24 R170
34 R427A
25 R290
35 R438A
26 R600
36 XP10
27 R600a
37 R407F
28 R744
29 R1270
30 R417A
85