Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Deurfunctie; Alarmrelais - Danfoss AK-CC 750 Handleiding

Voor verdamperregeling
Inhoudsopgave

Advertenties

Vriestoepassingen
Bij vriestoepassingen kan een schoonmaakactie het beste eerst
vooraf gegaan worden door een ontdooiing.
Aantonen schoonmaak
Zodra de schoonmaakfunctie wordt geactiveerd, wordt een alarm
gegenereerd. Op deze manier kan worden aangetoond dat een
meubel volgens planning is schoongemaakt. Deze functie slaat
informatie op over het tijdstip van de laatste schoonmaak en de
duur hiervan.
Uitschakelen/stoppen toepassing
Deze functie maakt het mogelijk om de koeltoepassing te stop-
pen/uitschakelen door middel van de datacommunicatie of een
schakelsignaal.
Wanneer het signaal wordt ontvangen, stopt de koeling. Ventilato-
ren en licht doen het volgende afhankelijk van de instelling:
• Ventilatoren continue. Licht volgt normale regeling
• Ventilatoren stoppen direct. Licht gaat direct uit.
• Ventilatoren stoppen na vertraging. Licht volgt normale regeling.
• Ventilatoren stoppen na vertraging. Licht gaat uit na vertraging.
De uitschakelvertraging is in te stellen en is van toepassing op
zowel ventilatoren en licht.
De uitgang voor de rolgordijnen volgt de lichtfunctie.

Deurfunctie

De deurcontactfunctie kan voor twee toepassingen worden
gebruikt:
Bewaking
De regelaar houdt continue het deurcontact in de gaten en ge-
nereert een alarm als de deur langer dan een ingestelde periode
geopend is.
Bewaking en stop koeling
Zodra de deur wordt geopend, zal de koeling (inspuiting en
ventilatoren) worden gestopt. Als de deur langer geopend is
dan een ingestelde herstarttijd zal de koeling hervat worden.
Dit garandeert dat de koeling wordt hervat zelfs als de deur
open gelaten wordt of het deurcontact defect is. Als de deur
langer is geopend dan een ingestelde tijdvertraging zal ook
een alarm gegenereerd worden.
Voor beide toepassingen bevat de alarmfunctie ook een lokale
herinnering welke wordt geactiveerd zodra de deur 75% van de
ingestelde alarmtijd geopend is. Deze herinnering verschijnt al-
leen op de aangesloten display met de bedoeling dat de deur op
dat moment kan worden gesloten voordat een alarm gegenereerd
wordt.
Uit de regelaar kan het volgende worden uitgelezen:
- duur van de laatste deuropening
- totale 'open' tijd van de laatste 24 uur
- aantal deuropeningen van de laatste 24 uur
Ontdooiing heeft een hogere prioriteit dan de deurfunctie. Met
andere woorden, de koeling en ventilatoren zullen pas weer star-
ten als de ontdooiing is beëindigd.
Het deurcontact kan ook de lichtfunctie activeren, zodanig dat het
licht aangaat als de deur geopend wordt en vertraagd uit gaat als
de deur gesloten wordt (zie Lichtfunctie)
Lichtfunctie
Deze functie kan worden gebruikt voor de lichtregeling in een
meubel of cel of voor het bedienen van een rolgordijn
De lichtfunctie kan op drie manieren worden geactiveerd:
- het licht wordt geregeld door een signaal van een deurcontact.
Een vertragingstijd kan worden ingesteld zodat het licht nog
AK-CC 750
RS8EM310 © Danfoss 02-2013
even aan blijft als de deur wordt gesloten.
- het licht wordt geregeld via de dag/nachtregeling
- het licht wordt geregeld via de datacommunicatie (master con-
trol)
Er kan worden ingesteld of het licht aan of uit moet zijn wanneer
de hoofdschakelaar uitgeschakeld wordt.
Dit is in te stellen in de functie 'Licht bij hoofdschak. = UIT' .
Als 'Licht bij hoofdschak. = UIT' is ingesteld op 'Lichtreg.' , zal de
normale lichtregeling gehandhaafd blijven als de hoofdschakelaar
uitgeschakeld wordt.
Met de instelling 'Licht uit' zal het licht uit gaan wanneer de hoofd-
schakelaar uitgeschakeld wordt.
Rolgordijnen
Gemotoriseerde rolgordijnen kunnen door de regelaar worden
aangestuurd. De rolgordijnen volgen de status van de lichtfunctie.
Als het licht aan is, zijn de rolgordijnen open en als het licht uit
gaat, sluiten de rolgordijnen ook. Als de rolgordijnen gesloten
zijn, is het mogelijk deze weer te openen door middel van een
schakelaar op een digitale ingang. Zodra de ingang wordt
geactiveerd, zullen de rolgordijnen openen en kan het koelmeubel
bijvoorbeeld gevuld worden.
Als de ingang weer wordt geactiveerd, gaan de rolgordijnen weer
dicht.
Als de rolgordijnfunctie wordt gebruikt, is het mogelijk om de
thermostaatfunctie te regelen met een weging tussen de S3 en
S4 sensoren. Er is een weging voor de dag en een weging voor de
nacht (gordijnen gesloten).
De rolgordijnen gaan open zodra de schoonmaakfunctie wordt
geactiveerd.
Geforceerd sluiten
De AKV (ETS) kleppen kunnen door een extern signaal worden ge-
sloten (Inject ON signaal). De functie moet in combinatie met het
beveiligingscircuit van de compressor worden gebruikt, zodanig
dat er geen vloeistofinspuiting in de verdamper is als de compres-
sor is uitgeschakeld door het beveiligingscircuit (niet lage druk).
Als een ontdooiing gaande is, zal het geforceerd sluiten pas wor-
den opgeheven als de ontdooiing is beëindigd.
Het signaal kan ook via een DI ingang of de datacommunicatie
worden ontvangen.
Door middel van een instelling kan worden gedefinieerd of tijdens
geforceerd sluiten de ventilatoren aan of uit moeten zijn.

Alarmrelais

Als tijdens een alarmsituatie een relais geschakeld moet worden,
moet dit relais gedefinieerd worden.
-Voor alarmen met 'hoge' prioriteit 'hoog' zullen dit relais schake-
len.
- Voor alarmen met 'lage' en 'medium' prioriteit
- Voor alarmen met 'lage' , 'medium' en 'hoge' prioriteit
Start/stop regeling (hoofdschakelaar)
Een software-instelling wordt gebruikt voor het starten en stop-
pen van de regeling.
ON = normale regeling
OFF = regeling is gestopt. Alle uitgangen worden uitgeschakeld en
de alarmering wordt gestopt. Een alarm wordt verstuurd over het
stoppen van de regeling.
Deze functie geldt voor alle secties.
Voor het starten en stoppen van de regeling kan ook een externe
schakelaar worden gedefinieerd.
Als een externe schakelaar is gedefinieerd zal de regeling pas
starten als beide schakelaars (intern en extern) AAN zijn.
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave