Algemene functies
Ventilatorregeling
Om energie te besparen is het mogelijk om de verdamperventila-
toren te laten pulseren.
Pulserende regeling werkt alleen onder de volgende voorwaarden:
- gedurende een uitgeschakelde thermostaat (cel)
- gedurende nachtconditie en uitgeschakelde thermostaat
(meubel met rolgordijn).
Pulserende regeling vindt alleen plaats als de thermostaten van
alle secties uitgeschakeld zijn.
De tijd dat de ventilatoren moeten draaien wordt ingesteld als een
percentage van een periodetijd.
Uitschakeling van ventilatoren tijdens storing en opstart
Als er een storing in de koelinstallatie optreedt, kan de tempe-
ratuur in bijvoorbeeld een koelcel snel oplopen door o.a. de
warmteontwikkeling van de ventilatoren. Om dit te voorkomen
kan de regelaar de ventilatoren stoppen als de S5 sensor een
ingestelde waarde overschrijdt. Deze functie kan ook als een soort
MOP functie worden gebruikt in geval van opstart met een warme
verdamper. De ventilatoren zullen pas weer gaan draaien als de S5
temperatuur 2 K is gezakt. Met andere woorden, de verdamper en
daarmee de compressor zal bij een opstart dus niet te zwaar belast
worden bij toepassing van deze functie.
De functie gebruikt de S5 sensor van sectie A en is niet actief als
de koeling is gestopt.
Randverwarming
Om energie te besparen is het mogelijk om de randverwarming
te laten pulseren. Deze pulserende regeling kan worden geregeld
volgens de dag/nachtregeling of door middel van een dauwpunt-
meting.
Pulserende regeling op basis van dag/nacht
Voor dag- en nachtconditie kan een verschillende pulstijd (AAN
periode) worden ingesteld.
De tijd dat de randverwarming aan moet zijn wordt ingesteld als
een percentage van een periodetijd.
Pulserende regeling op basis van dauwpunt
Om deze functie te gebruiken is een systeemunit type AK-SM 720
of AK-SC 255 vereist welke het dauwpunt kan meten en dit signaal
via de datacommunicatie naar de verdamperregelaars kan verstu-
ren. De AAN periode van de randverwarming wordt vervolgens
geregeld op basis van het huidige dauwpunt.
82
RS8EM310 © Danfoss 02-2013
Effect
Randver-
warming
Min. ON%
Twee dauwpuntwaarden worden ingesteld in de verdamperrege-
laar:
- een waarde waarbij het effect maximaal moet zijn, bijvoorbeeld
100%
- een waarde waarbij het effect minimaal moet zijn
Bij een dauwpunt gelijk of lager aan de waarde, zal de waarde
worden gebruikt van parameter "randw. min AAN%" voor de rege-
ling van de randverwarming.
In het gebied tussen de twee dauwpuntwaarden zal de regelaar
het vermogen van de randverwarming regelen volgens de hier-
boven getoonde grafiek.
Het huidige dauwpunt en periodetijd voor de randverwarming
kunnen worden uitgelezen als statuswaarden.
Als het dauwpunt niet naar een regelaar kan worden verstuurd,
zal de randverwarming teruggaan naar dag/nacht regeling.
Tijdens de ontdooiing zal de randverwarming altijd 100% aan zijn.
Als er voor randverwarming is gekozen, is de randverwarming
altijd 100% aan tijdens ontdooiing + de tijd na ontdooiing dat de
thermostaattemperatuur nog boven de inschakelwaarde van de
thermostaat is (maar max. 15 minuten).
Compressorregeling
De regelaar heeft een functie die voor de regeling van een com-
pressor kan worden gebruikt. Als deze functie is geselecteerd, zal
een relais automatisch de status van de thermostaat volgen. Het
relais volgt de koelvraag van de thermostaat. Als er geen thermo-
staatfunctie is geselecteerd, zal het compressorrelais continue aan
zijn.
Bij dit relais horen instellingen voor de minimale aan-tijd en de
minimale herstart-tijd (anti-pendel).
Tijdens een ontdooiing zal het relais niet geschakeld zijn.
Een uitlezing is beschikbaar van:
- bedrijfsuren van de laatste 24 uur
- totaal aantal bedrijfsuren
- aantal schakelingen van de laatste 24 uur
- totaal aantal schakelingen
Schoonmaakfunctie
Deze functie maakt het eenvoudig om een meubel schoon te
maken.
Functie
De schoonmaakfunctie wordt geactiveerd door middel van een
pulssignaal van ten minste drie seconden (bijv. sleutelschakelaar)
of via de datacommunicatie. De schoonmaakfunctie wordt in drie
stappen uitgevoerd:
1 - Na de eerste puls wordt de koeling gestopt, maar draaien de
ventilatoren door om de verdamper(s) te ontdooien. In de
display is de mededeling 'FAN' te zien.
2 - Na de tweede puls stoppen ook de ventilatoren en kan het
meubel worden schoongemaakt. De display geeft nu de
melding 'OFF' .
3 - Na de derde puls wordt de koeling weer volledig hervat en zal
de display weer een temperatuur weergeven.
Dauwpunt
AK-CC 750