6.
Inbedrijfsname
Controleer de pomp voor inbedrijfsname en test de werking.
Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht:
- Draai de motoras meerdere keren met de
hand!
- Pomp nooit laten drooglopen!
- Zijn de pomp en de pijpleidingen voor-
schriftsgewijs aangesloten?
- Voldoet de elektrische aansluiting aan de
geldende bepalingen?
- Is de temperatuur controle (indien aanwe-
zig) aangesloten?
- Is de motorbeveiliging goed ingesteld?
- Is het ETS X4 (indien aanwezig) aange-
sloten?
- Klopt de draairichting van de pomp ook bij
gebruik via een noodstroomag gregaat?
- Zijn de voor het gebruik noodzakelijke
klepafsluiters geopend?
- Is de pomp goed vast gemonteerd?
- Zijn de in- en uitlaten van het pompstation
gevaarvrij en gecontroleerd?
Wees voorzichtig!
Droogloop van de pomp vernietigt de
mechanical seal!
Pomp en toevoerleiding voor het star-
ten van de pomp met medium vullen.
Hierna ontluchten.
Belangrijk!
Geïnstalleerde reservepompen afwisselend via de besturing
gebruiken.
Dit garandeert de bedrijfsgereedheid van de pompen.
6.1
Gebruikswijzen en starts/tijdseenheden
Alle typen zijn bij gevulde pomp bestemd voor gebruikswijze
S1 (continu bedrijf).
Pas op!
Langer gebruik bij gesloten klepafsluiters leidt tot verhitting
van het medium en de pomp.
Klepafsluiters voor gebruik openen.
Belangrijk!
Een motorveiligheidsschakelaar of adequate motorbevei-
liging met een activeringskarakteristiek conform DIN VDE
0660 gebruiken.
Maak niet meer tien dan starts per uur. Hiermee voorkomt u
een sterke temperatuurstijging in de motor en een overma-
tige belasting van pomp, motor, pakkingringen en lagering.
Toelaatbaar aantal starten van eventuele aanloopapparaten
navragen bij de desbetreffende apparaatproducent.
6.2
Starten
De pomp starten
1. Klepafsluiter en sluitkranen van de mano-
meter sluiten,
2. Motor inschakelen,
3. Sluitkranen van de manometer openen.
Klepafsluiter bij lege drukleiding eerst een klein stukje
openen. Bij volle leiding tot bereiken van de toegestane
motorbelasting openen (stroommeter-display vergelijken
met de informatie op de motortypeplaat!).
Inbedrijfsname
25