8
Inleiding
1
)
Indrukken: in- en uitschakelen.
Draaien: volume aanpassen.
2
9
De modus geluidsonder‐
drukking activeren of
deactiveren.
3
5
Het scherm in-/uitschakelen.
4
6
Het instellingenmenu openen.
5
4
Het vorige scherm/menu
openen.
6
BROWSE / ENTER
Indrukken: een keuze
bevestigen.
Draaien: de vorige/
volgende radiozender/
track selecteren.
7
MORE
Het menu voor de
boordcomputer openen en
de tijd, de
buitentemperatuur en een
kompas weergeven.
8
PHONE
Het telefoonscherm openen.
9
NAV
Het navigatiescherm openen.
10 MEDIA
Het mediascherm openen.
11 RADIO
Het radioscherm openen.
Afstandsbediening op stuurwiel
9 : De modus geluidsonderdruk‐
king activeren of deactiveren
of de media pauzeren.
Tijdens een telefoongesprek:
de microfoon deactiveren of
activeren.
: Omhoog of omlaag omschake‐
g
len: het volume aanpassen.
h
: De spraakherkenning voor
Y
radio- of mediafuncties active‐
ren of deactiveren of een
gesproken bericht stoppen om
een nieuw spraakcommando
te starten.