•
•
22
Hoofdstuk 3
•
•
•
• Test de uitlijning van de cartridge. zie pagina 12 voor meer
informatie.
• Reinig de spuitopeningen. zie pagina 12 voor meer informatie.
Kleuren op de afdruk zijn vaag of wijken af van de kleuren
op het beeldscherm
• Gebruik papier van een ander merk: elk merk papier absorbeert
inkt op een andere manier waardoor er met kleine variaties in
kleur wordt afgedrukt.
• Mogelijk is de inktcartridge bijna leeg. Controleer de
inktvoorraad op het tabblad Cartridges van Printerbeheer. Zie
pagina 9 voor meer informatie.
• Verwijder extra apparatuur zoals een scanner en sluit de printer
aan op de parallelle poort.
• Reinig de spuitopeningen. zie pagina 13 voor meer informatie.
Afgedrukte pagina's vertonen afwisselend lichte en
donkere banen (afdrukken verloopt niet constant)
• Controleer of Buffermodus inschakelen is ingeschakeld op
het tabblad Opties van Printerbeheer. Zie pagina 9 voor meer
informatie.
• Selecteer Hoog 1200 dpi bij Afdrukkwaliteit op het tabblad
Document/kwaliteit van Printereigenschappen. Zie
pagina 4 voor meer informatie.
• Mogelijk heeft de printer problemen met bidirectionele
communicatie. zie pagina 18 voor meer informatie.
Afdruk op de pagina loopt uit
• Als de afgedrukte pagina vlekken bevat die door de volgende
pagina worden veroorzaakt, is de inkt misschien nog niet
droog. Verwijder de pagina's zodra ze uit de printer komen en
laat ze drogen voordat u ze stapelt.