Inbedrijfstelling
Ga als volgt te werk:
Controleer de installatie nog eens grondig aan hand
van de installatiechecklist.
'Installatiechecklist'.
De installatiecontrole helpt schade aan de warmte-
pompinstallatie te voorkomen, die door een onvak-
kundige uitvoering kan ontstaan.
Controleer of ...
•
het rechtsdraaiend veld van de voedingsstroom
(compressor) juist is aangesloten;
•
de opstelling en montage van de warmtepomp
in overeenstemming met deze installatie- en ge-
bruikershandleiding zijn uitgevoerd;
•
de elektrische installatie vakkundig is uitgevoerd;
•
er een 3-polige zekeringsautomaat voor de
compressor is geïnstalleerd; deze moet minstens
3 mm afstand tussen de open contacten hebben;
•
het verwarmingscircuit doorgespoeld, gevuld en
grondig ontlucht is;
•
alle afsluiters en inregelafsluiters van het verwar-
mingscircuit geopend zijn;
•
alle leidingen en componenten van de installatie
dicht zijn.
Vul het opleveringsprotocol van de warmtepompin-
stallatie zorgvuldig in en onderteken het.
'Opleveringsprotocol voor warmtepompinstalla-
ties'.
In Duitsland en Oostenrijk:
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompin-
stallaties en de installatiechecklist naar de klanten-
service van de fabrikant.
In andere landen:
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepomp-
installaties en de installatiechecklist naar de lokale
partner van de fabrikant.
Overzicht 'Klantenservice'.
De inbedrijfstelling van de warmtepompinstallatie
wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier
zijn kosten mee verbonden!
Technische wijzigingen voorbehouden.
83053100cNL
© ait-deutschland GmbH
De eerste vulling en de eerste inbedrijfstelling van het
buffervat voor warm tapwater moet door gekwalificeer-
de vakmensen worden uitgevoerd.
Controleer of...
•
de watertoevoer van het buffervat warm tapwa-
ter open staat.
•
het buffervat gevuld is.
Als de warmtepomp wordt ingeschakeld als het
buffervat leeg is, meldt de bedieningsunit een sto-
ring.
Gebruiksaanwijzing van de warmtepomp- en
verwarmingsregelaar.
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER
Er is een veiligheidstemperatuurbegrenzer in het elek-
trische verwarmingselement ingebouwd. Als de warmte-
pomp uitvalt of als er lucht in het systeem zit, contro-
leer dan of de reset-knop van deze temperatuurbegren-
zer is geactiveerd. Druk de knop weer in, indien van toe-
passing.
1 Veiligheidstemperatuurknop op
elektrisch verwarmingselement
2 Reset-knop
29