systeem op lekkage te controleren. Deze functie moet worden gebruikt wanneer
de unit voor het eerst in gebruik wordt genomen en telkens na het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden. Nadat de test is voltooid moet de unit weer in de turbo
modus worden geschakeld.
Sensor / beveiliging van de motor
De parameters zijn in de fabriek ingesteld.
Verzamel storingsmelder
Indien deze functie is ingeschakeld wordt de verzamelstoormelding geïnitieerd
nadat het betreffende foutbericht is ingeschakeld. De standaard instelling is AAN.
Het is mogelijk de volgende algemene storingen te deactiveren: 'Vervang module' en
'Volgend onderhoud'.
•
Vervang module: de waterbehandelingsmodule is uitgeput. Als de functie AAN staat,
wordt een storingmelding geïnitieerd. De unit blijft werken. Als de functie UIT staat,
wordt geen storingmelding geïnitieerd.
•
Volgend onderhoud: de datum is bereikt waarop het onderhoud moet worden
uitgevoerd. Als de functie AAN staat, wordt de storingmelding geïnitieerd en de unit
blijft werken. Als de functie UIT staat, wordt geen storingmelding geïnitieerd
12.2. Parametermenu
Onderdeel
Duur van turbo
- Resterende tijd van turbo looptijd tot automatisch
omschakelen naar de normale modus
Pauze normale ontgassing
- Duur van de pauze tussen einde van ontgassingstijd en
moment dat de pomp gaat
draaien
- Pauze AAN (begin van de nachtpauze)
- Pauze UIT (einde van de nachtpauze)
Ontgassen
- Draaitijd pomp
- Ontgassingstijd
Systeemdruk
- p AAN: afhankelijk van het type systeem
-p UIT: afhankelijk van het type systeem
- Onderste drukgrens (onderste werkdruklimiet)
32
We reserve the right to change designs and technical specifications of our products.
Fabrieksinstelling
10 uur
15 minuten
06:00 pm
08:00 am
Drukafhankelijk [s
60 seconden
ENA 7 -> 1.5 bar
ENA 10 -> 1.5 bar
ENA 20 -> 3.0 bar
ENA 30 -> 5.0 bar
ENA 7 -> 2.0 bar
ENA 10 -> 2.0 bar
ENA 20 -> 4.0 bar
ENA 30 -> 6.0 bar
Afhankelijk van het type
systeem