Bedieningsinstructies UNIcon CTG-150AVC
8.4 Menugroep "IO SETUP"
8.4.1 Toewijzing: virtuele IO's/werkelijke IO's
Er wordt onderscheid gemaakt tussen virtuele inputs / outputs (IO's) en reële inputs /
outputs (IO's).
Werkelijke IO's zijn fysieke ingangen, fysieke uitgangen en timerfuncties.
•
Virtuele IO's zijn de in- en uitgangen waaronder de instellingen worden uitgevoerd.
•
Voorbeeld van mogelijke toewijzingen van werkelijke IO's aan virtuele IO's
Virtuele IO's
AO1
Analoge uitgang
DO1
Digitale uitgang
DI1 - DI3
Digitale ingangen
(bij
niet aanwezig)
2.00
Als er slechts één signaalbron wordt aangeboden, is er geen verdere toewijzing mogelijk (n.a. = no
assignment).
8.4.2 Analoge uitgang "AO"
Menuoverzicht
Functie
Control sign. 2A
AO1 Function
A1
AO1 Signal
OFF
AO1 Inverting
Instelling van de gewenste functie
Functie
OFF
Control sig. 2A
MODBUS sig. 17A Opgave via MODBUS-register
L-BAL-E287-NL 2015 Index 004
Pool met werkelijke IO's (signaalbronnen)
•
Analoge uitgang A1 (klemmen A, GND)
Relais Uitgang K1 (klemmen: 13, 14)
•
Digitale ingang D1 (klemmen: 1, 2)
•
•
Timer van tijdschakelklok
MODBUS-interface (klemmen: A, B)
•
Beschrijving
Instelling van de gewenste functie (zie navolgende tabel).
Analoge uitgang A1 (klemmen A, GND)
Geen verdere toewijzing mogelijk, n.a. (no assignment) = geen signaal toe-
gewezen.
omkering Uitgang
Beschrijving
Geen functie
Regelsignaal (af fabriek)
Art.-nr.
21/37
Programmering