5. Gebruik van het apparaat
6
1
2
00:00
00:00
3
4
6
1
47
44
41
38
35
32
29
26
23
2
20
00:00
00:00
00:00
10
9
8
7
6
5
4
69
De anticipatie wordt geoptimaliseerd indien een omgevingssensor
wordt aangesloten.
De regelaar verfijnt automatisch de anticipatietijd.
n DROGEN VLOER
Hiermee kan een constante vertrektemperatuur of een helling
opgelegd worden om het drogen van de vloer met vloerverwarming
te versnellen.
Voor het instellen van deze temperaturen moeten de intructies van
de legger van de vloer opgevolgd worden.
Door inschakeling van deze parameter (andere instelling dan UIT)
wordt permanente weergave van DROGEN VLOER geforceerd en
worden alle andere functies van de regelaar uitgeschakeld.
Wanneer het drogen van de vloer actief is bij een kring, worden alle
andere kringen (bijvoorbeeld: SWW) uitgeschakeld. Deze functie kan
alleen op de kringen B en C gebruikt worden.
A
Z
E
R
5
T
Y
00:00
A
Z
R
5
T
Y
4
4
3
2
1
n COR.RUIMTEV.
Voor het aanpassen van de invloed van de kamertemperatuursensor
op de watertemperatuur van de betreffende kring.
Deze functie hangt af van de beschikbare overcapaciteit in
de installatie.
EINDTEMP.DROGEN
BEGINTEMP.DROGEN
Vandaag
AANT. DGN DROGEN
Normale regelaar (Einde van het drogen)
Gewenste temperatuur verwarming (°C)
Voorbeeld
EINDTEMP.DROGEN: 47 ºC
BEGINTEMP.DROGEN: 20 ºC
AANT. DGN DROGEN
Normale regelaar (Einde van het drogen)
Gewenste temperatuur verwarming (°C)
Dagelijks om twaalf uur 's nachts (00:00): De instructie
(BEGINTEMP.DROGEN) wordt opnieuw berekend en het
aantal resterende dagen (AANT. DGN DROGEN) wordt
afgeteld.
VM iSense PRO