Zie Beschikbare functies per opnamemodus (p. 192).
Verschillende methoden voor
scherpstellen gebruiken
Hoewel de autofocus vooraf is ingesteld op AiAF (negen AF-kaders),
kunt u ook alleen het middelste AF-kader gebruiken.
Als [AiAF] is ingesteld op [Aan], wordt het AF-kader niet weergegeven.
Als [AiAF] is ingesteld op [Uit], wordt het AF-kader wel weergegeven.
Geen
Aan
kader
Uit
De focus wordt op het middelste AF-kader vergrendeld wanneer u de
digitale zoom gebruikt.
De camera detecteert het onderwerp en markeert de
AF-kaders vanaf negen beschikbare punten, die worden
gebruikt om de focus te bepalen.
De opname wordt scherpgesteld met het middelste AF-kader.
Dit is handig wanneer u nauwkeuriger wilt scherpstellen op
een bepaald deel van een onderwerp.
Het pictogram
Selecteer in het menu
1
(Opname) de optie [AiAF].
Zie Menu's en instellingen selecteren
(p. 47).
Gebruik de knop
2
of [Uit] te selecteren.
U kunt een opname maken direct nadat u
een optie hebt geselecteerd.
Druk op de knop MENU.
3
U keert terug naar het opnamescherm.
geeft de AF-kaders weer op het LCD-scherm.
of
om [Aan]
89