Tips en informatie
Tip voor het gebruik van de zelfontspanner (p. 78)
Normaal beweegt de camera een klein beetje als u op de sluiterknop drukt.
Als u de zelfontspanner op
geactiveerd zodat de camera niet beweegt en u een scherp beeld krijgt.
De resultaten worden nog beter als u de camera op een vlakke ondergrond
of op een statief plaatst.
De belichting aanpassen (p. 95)
Deze camera past de belichting automatisch aan zodat opnamen met de
optimale instelling voor helderheid worden gemaakt. Afhankelijk van de
omstandigheden kunnen opgenomen beelden soms echter helderder of
donkerder zijn dan het werkelijke beeld. Als dit gebeurt, past u de
belichtingscompensatie handmatig aan.
instelt, wordt de sluiter na 2 seconden
Onderbelichting
Het opgenomen beeld is helemaal te donker,
waardoor witte elementen er grijs uitzien.
Onderbelichting komt voor bij opnamen van
fel verlichte onderwerpen of een onderwerp
dat van achteren wordt belicht. Pas de
belichtingscompensatie aan in de richting
van de +.
Optimale belichting
Overbelichting
Het opgenomen beeld is helemaal te licht,
waardoor zwarte elementen er grijs uitzien.
Overbelichting komt voor bij opnamen
van donkere onderwerpen. Pas de
belichtingscompensatie aan in de
richting van de -.
181