Inhoudsopgave
Advertenties
IceDry 800/1400
5.5 Bediening van het apparaat
5.5.1 Algemeen
V V V OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
Bij de ingebruikneming of wanneer het apparaat wordt opgestart nadat onderhoud is gepleegd, moet de
hoofdschakelaar minstens 12 uur voor het opstarten zijn ingeschakeld. Dit is noodzakelijk om ijs in de ontvochtiger
te verwijderen.
V V V OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
Voordat het apparaat wordt opgestart, moeten de toevoer- en afvoerkanalen voor regeneratielucht en natte lucht
zorgvuldig worden gecontroleerd. Eventuele ijsvorming moet worden verwijderd. Een vrije luchtstroom in het
leidingwerk is vereist om storingen te voorkomen.
Wanneer het apparaat in de vrieskamer is geïnstalleerd en het regeneratiecircuit is aangesloten, moeten de
aansluitingen worden geblokkeerd totdat het apparaat kan worden gestart. Als dit niet gebeurt, bestaat het
risico dat er ijsvorming in de regeneratieleidingen optreedt.
Alvorens het apparaat te starten moet u ervoor zorgen dat de regeneratieleidingen ijsvrij zijn.
De spanning moet zo snel mogelijk worden ingeschakeld om de regeneratieventilator ijsvrij te houden
(verwarming ingebouwd).
Tenzij de elektriciteitstoevoer onmiddellijk na de installatie wordt aangesloten, moet u minimaal 12 uren
wachten alvorens het apparaat in te schakelen.
5.5.2 Start
1. Controleer dat het controlelampje 'Netvoeding' brandt.
2. Zet de standenschakelaar op het bedieningspaneel in de positie MAN.
OPMERKING!
De regeneratieluchtventilator en de regeneratieverwarming worden onmiddellijk gestart.
Deze blijven ongeveer 5 minuten in werking voordat de procesluchtventilator en de aandrijfmotor voor de rotor
worden geactiveerd.
3. Controleer dat de volgende controlelampjes branden:
Controlelampje 'Netvoeding'
■
Controlelampje 'In bedrijf'
■
beide regeneratieverwarmingslampjes;
■
Controlelampjes proces- en regeneratieluchtventilatoren
■
Controlelampje aandrijfmotor
■
4. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten draaien om u ervan te verzekeren dat de bedieningsom-
standigheden stabiel zijn en controleer of de regeneratieverwarming werkt (temperatuurindicator geeft
regeneratieluchttemperatuur weer).
OPMERKING!
Als de temperatuur van de regeneratielucht in het geheel niet wordt aangegeven of als deze het
eerste kwart van de LED-staafgrafiek niet overschrijdt, kan dit komen door een te hoge luchtstroom. Zie Controle
en afstelling van de luchtstroom.
190TNL-1037-G1307
Bedrijf
19
Advertenties
Inhoudsopgave
