IceDry 800/1400
4.11 Controle en afstelling van de luchtstroom
Neem contact op met Munters Service voor hulp bij de installatie en instellingen van de luchtontvochtiger.
Adressen van Munters-dealers staan vermeld op de achtzijde van deze handleiding.
V V V OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
Een onjuiste afstelling van de proces- en regeneratieluchtstromen kan leiden tot storingen in het apparaat. De
luchtstroom kan worden ingesteld op maximaal 10% boven de gespecificeerde nominale waarde vermeld in de
technische specificaties, zie paragraaf 8.2, Technische gegevens.
1. Met behulp van de regelkleppen in het droge-luchtafvoer- en regeneratieluchttoevoerkanaal kunnen de
proces- en regeneratieluchtstromen worden afgesteld op de juiste waarden.
2. Start de luchtontvochtiger en laat deze ongeveer 10 minuten werken om de regeneratieverwarming op
normale bedrijfstemperatuur te laten komen. Zie paragraaf 5.5, Bediening van het apparaat.
3. Controleer of het temperatuursverschil tussen de regeneratielucht na de verwarming en de
regeneratietemperatuur ongeveer 95 °C is (tolerantielimiet is ± 5 °C).
4. Wanneer het temperatuursverschil buiten de tolerantielimiet valt, past u de regeneratieluchtklep in kleine
stappen aan (geef de temperatuurindicator de tijd om zich na iedere aanpassing bij te werken) totdat de
temperatuur van de regeneratielucht binnen de opgegeven toleranties valt.
Voorbeeld:
Toevoerluchttemperatuur = 15 ℃
Regeneratieluchttemperatuur = 110 °C
Temperatuursstijging = 95 ℃
190TNL-1037-G1307
Installatie
15