INSTALLATIE CONDENSAFVOERSYSTEEM 3X V/4X V
1. Sluit de koppelingen van de condensafvoer (ZPGGM056) deel A (G ½ mannelijk) aan op de aansluiting van de condensafvoer van de unit door
deze met de hand rechtsom te draaien. Gebruik geen gereedschap (I-III)!
2. Sluit de koppelingen van de condensafvoer deel B (G ½ mannelijk) aan op de sifon of de buislus IV-V).
3. Sluit de koppelingen van de condensafvoer deel A en B aan. Hou deel A tegen met een sleutel bij het aansluiten (VI).
5.6.
AANSLUITING VAN HET LUCHTKANAAL
• De aangesloten luchtkanalen mogen niet gebogen worden en moeten apart worden bevestigd.
• Controleer dat de ventilatoren niet toegankelijk zijn door de openingen van de luchtkanalen. Anders moet er een bescheringsrooster worden
voorzien. Dit rooster is beschikbaar in het verkoopsgamma op onze website.
• De diameter van de leidingen aan de luchttoevoer en luchtafvoer mag niet worden verkleind. Om de luchtsnelheid, drukval of geluidsniveau in
het systeem te verlagen kan de diameter worden vergroot.
• Installeer kleppen om het geluidsniveau van de lucthttoevoer te verlagen (zie hoofdstuk installatie lucthttoevoersysteem).
• Om de verliezen in het systeem te vermijden, moeten de luchtkanalen en profielen beschikken over een luchtdichtheidsklasse C of meer. Deze
items worden aangeboden in het verkoopsgamma op onze website.
• Het kanaalsysteem van de buitenlucht en en de luchtafvoer moet worden geïsoleerd om warmteverliezen en condens te vermijden.
• Het is aanbevolen om een afstand van 8 meter te voorzien tussen het luchttoevoer- en het luchtafvoerkanaal. Het luchttoevoersysteem moet
worden geïnstalleerd op een plaats die is gevrijwaard van mogelijke luchtvervuiling.
• Gebruik klembanden voor de montage van de luchtkanalen op de ventilatiekast om trillingen te vermijden en een veilige installatie van de ver-
schillende onderdelen van het systeem te garanderen.
• Luchtkanalen worden vaak op een verkeerde plaats en manier aangesloten. De ventilatiekasten zijn voorzien van labels die de juiste indeling
van de luchtkanaalaansluitingen aangeven. Controleer voordat u het systeem opstart zorgvuldig of alle gerelateerde werkzaamheden correct
zijn uitgevoerd.
Afmetingen D of Da naargelang de unit.
Voor Smarty 2X P kunnen luchtkanalen worden gebruikt met de volgende twee afmetingen: ø D - 125 mm (a), ø Da - 160 mm (b).
Voor Smarty 3X P kunnen luchtkanalen worden gebruikt met de volgende twee afmetingen: ø D - 150 mm or 160 mm (b).
NOTA. Bij gebruik van luchtkanalen ø D - 125 mm is een NPU 125 koppeling vereist.
20
| NL
Figuur 5.6.1.
Smarty XP:
SMARTY v2023.2