6 Meet de afstand tussen de
luchtkamerafdichting (1) en het uiteinde van de
achterbouwdemper (3). Deze afstand is de
totale veerweg van de achterbouwdemper (5).
7 Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
8 Schuif de O-ring (4) aan de onderzijde tegen
de luchtkamerafdichting (1).
9 Stap van de pedelec af zonder dat de verende
voorvork inveert.
Meet de afstand tussen de
luchtkamerafdichting (1) en de O-ring (4).
Deze maat is de negatieve veerweg (2). De
aanbevolen-waarde ligt tussen 25% (hard) en
30% (zacht) van de totale veerweg van de
achterbouwdemper (5).
10 Verhoog of verlaag de luchtdruk tot de
gewenste negatieve veerweg is bereikt.
6.5.9.2 Trekdemper afstellen
De trekdemperafsteller bepaalt de snelheid
waarmee de achterbouwdemper na de belasting
uitveert. De trekdemperafstelling is afhankelijk
van de luchtdrukafstelling. Een hoge negatieve
veerweg vereist een lagere trekdemperafstelling.
1 Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
luchtventiel.
2 Lees de luchtdruk af.
3 Verwijder de hogedruk-demperpomp.
Afbeelding 45: Trekdemperafsteller FOX (1) op de
achterbouwdemper
MY21H01 - 26_1.0_30.08.2020
4 Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
5 Stel de trekdemperafstelling af aan de hand
van de gemeten luchtdruk. Draai de
trekdemperafsteller met het in onderstaande
tabel vermelde aantal klikken linksom.
Luchtdruk (psi)
< 100
100 - 120
120 - 140
140 - 160
160 - 180
180 - 200
200 - 220
220 - 240
240 - 260
260 - 280
280 - 300
Tabel 29: Vuldruktabel voor de FOX-luchtvork
1
Gebruik
Aanbevolen trekdemperafstelling
Open (linksom)
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
56