Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg)
• Om netwerkfuncties van de projector te gebruiken, sluit u de LAN-poort aan op
de LAN-poort van de computer of een aansluitpunt dat via een draadloos LAN en
een LAN-kabel op de computer is aangesloten. Om de NETWERKBRUG-functie
te kunnen gebruiken, moet u ook de CONTROL-poort en een RS-232C-poort van
de externe apparatuur om als netwerkterminal te kunnen communiceren.
Zie de Gebruiksaanwijzing – Netwerkhandleiding voor details omtrent de
netwerkfuncties.
VOORZICHTIG
netwerkbeheerder voor u de projector op een netwerk aansluit.
►Sluit de LAN-poort niet aan op een netwerk met een te hoge elektrische
spanning.
►Voor het gebruik van de draadloos-netwerkfunctie van deze projector is de
aangewezen draadloze USB-adapter die wordt verkocht als optie vereist.
►Gebruik, voor u het USB-opslagapparaat uit de poort van de projector
verwijdert, de functie VERWIJDER USB op het thumbnailscherm om uw
gegevens te beveiligen (119).
►Gebruik geen verlengkabel of apparaat wanneer u de adapter aansluit op
de projector. Voor u de draadloze USB-adapter in de projector plaatst of deze
eruit verwijdert, dient u de projector uit te schakelen en de stroomstekker uit
het stopcontact te halen. Raak de draadloze USB-adapter niet aan terwijl de
projector wisselstroom ontvangt.
►Gebruik om zowel de LAN-kabel als het USB-apparaat aan te sluiten op de
projector een LAN-kabel die plat is aan de kant waar de draad van de stekker
zichtbaar is. Anders kunnen beide niet correct worden aangesloten, of kan de
kabel breken (storing).
(vervolgd op volgende pagina)
16
Computer
RS-232C
►Zorg ervoor dat u de toestemming hebt van de
USB TYPE A
LAN
Toegangspunt
Draadloze
USB-adapter
(los verkrijgbaar)
USB-
opslagapparaat