Presentatiemanieren
Interactieve Functie (vervolg)
Gebruiken van het Interactieve hulpprogramma.
Raak het geprojecteerde beeld aan met de meegeleverde pen om de
beginwerkbalk te openen en de Interactieve Functie te kunnen gebruiken.
PC operation mode:
Overschakelen naar de PC operation mode.
PJ internal Painter mode:
Overschakelen naar de PJ internal Painter mode.
PJ operation mode:
Overschakelen naar de PJ operation mode.
Sluit de werkbalk en sluit de Interactieve Functie af.
Minimaliseert de werkbalk.
Raak het geminimaliseerde pictogram aan om de werkbalk te
herstellen.
N.B.
・ Wanneer u AAN selecteert voor MULTI DISPLAY (98), is dit
hulpprogramma niet beschikbaar.
・ De werkbalk verdwijnt automatisch wanneer er enkele seconden lang geen
handeling wordt verricht.
・ Multi-touch in de PC operation mode en de PJ internal Painter mode
ondersteunt maximaal 6 pennen.
100