3. Controleer de positie van het zadel onder het steunvlak, en
zorg ervoor dat het gecentreerd is en precies past onder het
steunvlak.
4. Ga door met pompen tot het voertuig op de gewenste hoogte is
gebracht. Let op de positie van het zadel wanneer het voertuig
wordt opgetild, om ervoor te zorgen dat het steungedeelte niet
van de zadel kan glijden of worden opgetild.
5. Plaats de assteunen (altijd per paar te gebruiken) onder het
voertuig onmiddellijk na het heffen van de last.
Plaats de assteunen zover mogelijk uit elkaar!
Als je de assteunen te dicht bij elkaar plaatst, is de
kans groter dat het voertuig omkantelt.
17/36