Gebruik van de kookvelden
Rekening houden met de veiligheidstips op pagina 32!
De kookstanden
Elke kookzone heeft een eigen schakelaar. Op de schakelaars zijn negen
kookstanden aangegeven. Indien gewenst kunt u echter ook kleinere tussen-
standen kiezen. Bij voorkeur op een hoge stand aan de kook brengen en op
een lagere stand verderkoken.
Schakelaar op
0
1-3
4-5
6-8
9
De juiste pannen
Met de juiste pannen bespaart u kooktijd en energie.
Gebruik pannen met een vlakke en gladde bodem.
Kies een pan met dezelfde diameter als de kookzone.
EEH 610.0
Stand voor
Uit
Opwarmen
Warm houden
Wellen
Ontdooien
Stomen
Smoren
Koken
Braden
Frituren
Warm maken van grote
hoeveelheden
Kenmerken van het vitrokeramisch kookvlak
Kookzones met dubbele kring en braadzones
Normaal wordt de kookzone met de kleinste diameter verwarmd.
Voor braadsleden of grote pannen de buitenste kring van de kookzone in-
schakelen.
Warmte-indicatie voor de kookplaten 1
Brandt zolang de kookplaten nog zeer warm zijn – ook na het uitschakelen.
Opgepast! Het kan gebeuren dat de indicatie niet functioneert (lamp defect).
In dat geval wordt u niet gewaarschuwd voor hete kookplaten. De lamp on-
middellijk laten vervangen.
Warmhoudzone
Een aantal vitrokeramische kookvlakken zijn uitgerust met een warm-
houdzone. De warmhoudzone wordt d.m.v. sensortoetsen bediend.
Inschakelen:
Uitschakelen:
Warmte-indicatie
33
De schakelaar tot aan de aanslag naar
rechts draaien.
Dan op de gewenste stand terug-
draaien.
Opnieuw de kleinste diameter instellen:
de schakelaar even op ,,0" terugdraaien.
Sensortoets 2 en sensortoets 3 aan-
raken.
Bedrijfsindicaties lichten op.
Sensortoets 4 aanraken.
Zolang de warmhoudzone warm is
licht de warmte-indicatie 5 op.
Opgepast! Het kan gebeuren dat de
indicatie niet functioneert (lamp de-
fect). In dat geval wordt u niet ge-
waarschuwd voor de hete
warmhoudzone. De lamp onmiddellijk
laten vervangen.