4
Bediening QUANTRON-A
4.6.6
Afdraaiproef
In dit menu bepaalt u de stroomfactor op basis van een afdraaiproef en slaat u
deze in de bedieningsunit op.
Voer de afdraaiproef uit:
Vóór de eerste keer strooien.
Indien de kwaliteit van de meststof sterk veranderd is (vochtigheid, hoog
stofgehalte, korrelbreuk).
Als er een nieuwe soort meststof wordt gebruikt.
De afdraaiproef moet bij lopende aftakas bij stilstand of tijdens het rijden op een
testtraject worden uitgevoerd.
Beide strooischijven verwijderen.
Afgiftepunt naar afdraaiproefpositie (AGP 0) brengen.
Werksnelheid invoeren:
1. Menu Meststofinstellingen > Afdraaiproef starten oproepen.
2. Gemiddelde werksnelheid invoeren.
Deze waarde is nodig voor de berekening van de schuifstand bij de afdraai-
proef.
3. Entertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
Op het display verschijnt het alarm Afgiftepunt aansturen (Alleen
4. Start/Stop-toets indrukken.
Het afgiftepunt wordt aangestuurd.
Het alarm dooft.
Op het display verschijnt het werkscherm Afdraaiproef voorbereiden.
42
AXIS).
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het af-
giftepunt
Bij machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt ver-
schijnt het alarm Afgiftepunt aansturen. Na indrukken van de
Start/Stop-functietoets gaat het afgiftepunt automatisch middels
elektrische stelcilinders naar de vooraf ingestelde waarde. Dit kan
letsel en materiële schade veroorzaken.
Vóór het indrukken van Start/Stop ervoor zorgen dat zich
geen personen in de gevarenzone van de machine ophou-
den.
n VOORSICHTIG