Installatie en montage
Plaatsing van het product
Plaatsingsadvies
Plaats het product niet in een omgeving waar ongunstige omgevingsomstandigheden heersen, zoals
aangegeven in het hoofdstuk "Gebruik waarvoor het product bedoeld is".
Het product dient te worden bevestigd op een stabiele, vlakke en trillingsvrije ondergrond. Als een
trillingsvrije ondergrond niet voorhanden is dienen goed werkende ophangrubbers of dempers te
worden geplaatst op de bevestigingspunten.
Bij het gebruik in bewaarcellen kan het product zowel in de bewaarcel gebruikt worden alsook
daarbuiten. Hieronder zijn de twee meest gebruikelijke opties weergegeven.
Bij optie 1 (installatie in het meetgebied in de bewaarcel) moet een leiding gelegd worden van het
inlaatkanaal schone lucht (5b) naar een gebied waar schone lucht uit wordt betrokken.
Bij optie 2 (installatie buiten het meetgebied) moet een leiding gelegd worden van het inlaatkanaal
sample lucht (5c).
Voor de plaatsing in bewaarcellen geldt dat het inlaatkanaal van de sample lucht (5c) het beste geplaatst
kan worden in de uitlaat van de luchtventilatie van de bewaarcel. In de uitlaat is over het algemeen een
homogene verdeling van de ethyleen te verwachten.
Hiervoor genoemde opties gaan niet altijd op:
Wanneer in optie 1 de ventilatielucht van de bewaarcel naar buiten de cel wordt geleid waar ook
o
het meetsysteem hangt kan het zeker bij meerdere cellen zo zijn dat de ethyleen zich ophoopt in
de ruimten buiten de cel. Hierdoor is de referentiemeting per definitie niet schoner dan de lucht
die zich in de cel bevindt. Beter is om dan zowel de inlaatkanalen 5b en 5c naar binnen in de cel
te leiden. Als u dit doet moet u EMS raadplegen voor het aanpassen van gegevens in het
EMS-menu. U krijgt dan een code om een aanpassing te maken voor de backflush
functionaliteit.
Binnen (ethyleen lucht)
Buiten (schone lucht)
1
2
8