Inhoudsopgave
Advertenties
2 mA
2,5 mA
3 mA
3,5 mA
4-20 mA
EMS-specifieke mode
In deze configuratie wordt op de klemmen van de analoge uitgang een door EMS ontwikkelde
signaalvorm uitgestuurd. Deze signaalvorm kan worden gebruikt om het systeem te gebruiken in
combinatie met andere door EMS ontwikkelde producten en/of modules zoals de MAC
waarmee de analyser op afstand via intranet of internet is uit te lezen. Raadpleeg uw leverancier voor
informatie over deze mogelijkheden.
Waarschuwing! In deze mode kunnen waarschuwingen en kritieke fouten niet op de
analoge uitgang worden doorgegeven! In geval van een kritieke fout zal de uitgang
terugvallen naar een concentratie waarde van 0 ppb.
Relais
In het product is een relais aanwezig waarmee een foutmelding kan worden doorgegeven, een aan/uit
regeling kan worden verzorgd, of waarmee in speciale toepassingen een luchtkoeler/-ontvochtiger kan
worden leeg gemaakt. Advies is om altijd één van deze functies te gebruiken!
Voor regeling of alarmering kunt u het relais op twee manieren aansluiten: als "normaal gesloten"
(verbreekcontact) of als "normaal open" (maakcontact). Bij het gebruik van het relais als een "normaal
gesloten" (Normally Closed, NC) relais is de stroomkring waarin het relais wordt opgenomen normaal
gesloten. Deze wordt onderbroken als er een alarm optreedt. Geschakeld als "normaal open" (Normally
Open, NO) is het circuit juist onderbroken zolang er geen alarm optreedt, en wordt dit bij een optredend
alarm gesloten. Zie voor een beschrijving van de juiste bekabeling van deze twee configuraties ook het
hoofdstuk "Installatie en montage".
Indien het relais gebruikt wordt om foutmeldingen door te geven treedt het alarm op als een
waarschuwing actief is, en als het systeem in kritieke fout modus komt. Hiermee kan gedetecteerd
worden dat een fout in het systeem is opgetreden.
Deze functie om fouten door te melden door middel van het relais, is de standaard
instelling en belangrijk om eventuele storingen aan het systeem te kunnen detecteren. Niet
gebruiken van het relais of verandering van de relais functie in één van de volgende
functies is op eigen risico!
Voor de aan/uit regeling treedt het alarm op als de gemeten concentratie de in menu "Relais
bovengrens" ingestelde waarde langer dan de in menu "Relais vertraging" ingestelde tijd overschrijdt.
Een alarm wordt direct opgeheven als de gemeten concentratie lager wordt dan de in menu "Relais
ondergrens" ingestelde waarde.
Indien het relais gebruikt wordt om condenswater van een luchtkoeler/-ontvochtiger te lozen, wordt op
het "normaal open" (Normally Opened, NO) contact een klep aangesloten waarmee de luchtkoeler
geleegd wordt tijdens het begin van de verificatie mode. Deze toepassing vereist een aanpassing in het
EMS menu, raadpleeg hiervoor EMS. De menu's "Relais bovengrens", "Relais ondergrens" en "Relais
vertraging" zijn bij deze toepassing niet zichtbaar.
Het relais kan maximaal 250 VAC, 1A schakelen. Voor het schakelen van zwaardere belastingen moet
gebruik gemaakt worden van een voorzetrelais.
Waarschuwing Het systeem heeft een storing die handmatig moet worden
gereset. In deze situatie kan het systeem goed werken, maar
kan voor bepaalde onderdelen toch fouten hebben
gedetecteerd. Het kan zijn dat het systeem de fouten zelf
probeert op te heffen. Echter bij terugkeer van de fout moet de
leverancier er worden bijgehaald.
Dit signaal kan worden gestuurd tijdens verificatie mode.
Opstart
Het systeem is in de opwarm- of opstart mode.
Backflush
Het systeem staat in backflush.
Verificatie
Het systeem is in de verificatie mode.
Meting
Het systeem is in de meet mode en geeft met het bereik van 4-
20mA tevens de gemeten concentratie weer.
View
® IPR kaart
23
Advertenties
Inhoudsopgave
