Inhoudsopgave
Advertenties
De kabel moet worden aangesloten op de klemmen 9a (TX-), 9b (TX+), 9c (RX-) en 9d (RX+), afgesloten
met een 120 Ohm weerstand tussen RX+ en RX-, en een 120 Ohm weerstand tussen TX+ en TX-. De RX
lijnen van het product zijn de lijnen voor communicatie van een extern systeem (bijvoorbeeld een PC)
naar het product, en de TX lijnen voor communicatie van het product naar het externe systeem.
Om gebruik te maken van RS485 in plaats van RS232 moet in het systeem een instelling
worden aangepast. Raadpleeg hiervoor EMS, u krijgt dan een code waarmee u deze instelling
in het servicemenu kunt aanpassen. Gebruik van RS485 sluit RS232-gebruik uit: u kunt de
beide communicatieverbindingen niet beide gebruiken.
Analoge uitgang
De configuratie van het analoog signaal (volts of milliampères) is in het menu instelbaar. Zie voor een
uitleg hiervan het volgende hoofdstuk. Het analoge signaal wordt uitgestuurd op de + klem (10a), met de
GND klem (10b) als referentie op de nul of massa.
Relaisaansluiting
U kunt het relais op twee manieren aansluiten: Als "normaal gesloten" (verbreekcontact) of als "normaal
open" (maakcontact).
Geschakeld als "normaal gesloten" (Normally Closed, NC) is de stroomkring gesloten zolang er
o
geen alarm optreedt, en wordt deze onderbroken als er een alarm optreedt. Hiertoe sluit u de
bekabeling aan op de NC-klem (11a) en de C-klem (11b).
Geschakeld als "normaal open" (Normally Open, NO) is het circuit onderbroken zolang er geen
o
alarm optreedt, en wordt dit gesloten als er een alarm optreedt. Hiertoe sluit u de bekabeling aan
op de C-klem (11b) en de NO-klem (11c).
De aansluitklemmen van de relais kennen geen polariteit. Het maakt daarom niet uit welke van de
klemmen gebruikt worden als positieve en welke als nul-referentie ingang.
Netspanningkabel
Standaard is het product voorzien van een aangesloten netsnoer. Dit netsnoer dient aangesloten te
worden in een geaarde contactdoos.
Bij het eventueel aansluiten van een ander snoer, in plaats van het meegeleverde snoer, sluit u de
(meestal bruine) fasedraad aan op de L-klem (13a), de (meestal blauwe) nuldraad op de N-klem (13b) en
de (meestal geel-groene) aardedraad op de A-klem (13c).
Het aarden van de kast via de "A" aansluiting is verplicht! U dient er op te letten dat de
aardedraad noch in het snoer, noch in het systeem resp. in het net onderbroken is, omdat bij
een onderbroken aardedraad een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan. Tevens kan het
niet aansluiten of defect raken van de aardedraad tot gevolg hebben dat het systeem niet
juist functioneert.
Starten en controleren van de werking
View
Als u de MAC
® Ethyleen Analyser geplaatst hebt en alle bekabeling correct hebt aangesloten kunt u
het systeem inschakelen. Het product zal in het display het logo van EMS en de tekst "MACView Ethylene
Analyser" weergeven, en het display zal verlicht zijn. Het kan zijn dat u enkele klikken hoort van het
schakelen van de kleppen en/of het relais. Na enkele seconden zal het opstartscherm verdwijnen en gaat
het scherm weer over in de normale weergave.
Als de hiervoor genoemde verschijnselen niet optreden, controleer dan nogmaals alle bekabeling en
verhelp de eventuele fouten. Controleer tevens de punten die in het hoofdstuk "Het verhelpen van
storingen" worden genoemd over het niet opstarten van het product. Indien het systeem nog steeds niet
opstart, neem dan contact op met Environmental Monitoring Systems (EMS) B.V. Het telefoonnummer en
mailadres vindt u op de eerste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
10
Advertenties
Inhoudsopgave
