Camera
Voordat u deze stand gebruikt
• U kunt het beste onderwerpen tussen 10 en 50 cm van het apparaat plaatsen. Plaats
onderwerpen waarop u wilt scherpstellen dichtbij het apparaat.
• A ls u foto's maakt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen het onderwerp en
de achtergrond. De afstand moet minstens twee keer de afstand zijn tussen het apparaat en het
onderwerp.
• D e kwaliteit van de foto's die worden gemaakt met het apparaat, kan worden beïnvloed in de
volgende situaties:
– Foto's van onderwerpen die bewegen.
– Foto's die worden gemaakt terwijl het apparaat beweegt.
– Foto's die binnen worden gemaakt bij weinig licht, of als er zich een sterke lichtbron achter
een onderwerp bevindt.
– Foto's met een achtergrond die niet kan worden onderscheiden van het onderwerp, zoals
schaduw of effen muren.
1
Tik op Camera op het scherm Apps.
2
Tik op
aan de linkerkant van het scherm.
Als
niet wordt weergegeven, tikt u op
3
Tik op de afbeelding in het voorbeeldscherm op de plek waarop de camera moet scherpstellen.
Wanneer er is scherpgesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader groen.
4
Tik op
om een foto te maken.
5
Tik op het voorbeeldminiatuur rechts onderin het scherm om de foto te bewerken.
6
Tik op
en selecteer een van de volgende opties:
• F ocus dichtbij: het onderwerp laten opvallen en de achtergrond vervangen rond het
onderwerp.
• F ocus veraf: het onderwerp vervangen en de achtergrond laten opvallen rondom het
onderwerp.
• F ocus pannen: het onderwerp en de achtergrond laten opvallen.
7
Tik op Gereed.
→ Selectieve focus om het in te schakelen.
86