Instellingen
• L ED-indicator:
– Opladen: het apparaat instellen dat het meldingslampje wordt ingeschakeld tijdens opladen
van de batterij.
– Batterij bijna leeg: instellen dat het apparaat het meldingslampje inschakelt wanneer de
batterij bijna leeg is.
– Meldingen: instellen dat het apparaat het meldingslampje inschakelt bij gemiste oproepen,
berichten of meldingen.
– Spraakopname: instellen dat het apparaat het meldingslampje inschakelt wanneer u
spraakmemo's opneemt.
• D uur verlichting tiptoetsen: de duur instellen dat de achtergrondverlichting van de toetsen
Recente apps en Terug aanblijft.
• A aanraakgevoeligh. verhogen: instellen dat het aanraakscherm van het apparaat kan worden
gebruikt terwijl de gebruiker handschoenen draagt.
Afhankelijk van het materiaaltype dat u draagt wanneer u het apparaat aanraakt, worden
bepaalde opdrachten mogelijk niet herkend.
Achtergrond
Hier kunt u de instellingen voor de achtergrond wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Achtergrond.
• S tartscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm.
• V ergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het vergrendelde scherm.
• S tart- en vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm en
het vergrendelde scherm.
Vergrendelscherm
Instellingen wijzigen voor het vergrendelde scherm.
Tik op het scherm Instellingen op Vergrendelscherm.
• S chermvergrendeling: de schermvergrendelingsfunctie inschakelen. De volgende opties
kunnen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde functie voor schermvergrendeling.
• D ubbele klok: instellen dat het apparaat de dubbele klok laat zien.
202