(5)
De display voor de kalibratiedop toont het symbool van de nulgascilinder en knippert en geeft
zo aan dat het toestel in de nulpuntkalibratiemodus is.
De eerste 30 seconden is bedoeld om de gebruiker de tijd te geven gas aan de sensor toe
te voeren. Tijdens deze tijd kan de gebruiker het proces afbreken door de kalibratiedop te
verwijderen.
Na de eerste 30 seconden start het toestel de nulpuntkalibratie-instelling. De nulpuntkali-
bratie wordt aangegeven met de witte cilinder (zie afb. 13) en het woord "Nul".
Verwijdering van de kalibratiedop na de eerste 30 seconden heeft een kalibratiefout tot
gevolg. Hierdoor wordt de kalibratie afgebroken en het toestel werkt verder met de vorige
kalibratie-instellingen.
(6)
Voeg nulgas toe aan de kalibratiepoort met een stroomsnelheid van ca. 1,5 l/min terwijl het cilin-
dersymbool knippert. Nulgas kan worden toegevoerd als omgevingslucht of van de nulgasci-
linder in de kalibratiekit, zoals al genoemd in hoofdstuk 4.3.
Fig. 13 Symbool nulgascilinder
(7)
Wanneer de nulpuntkalibratie geslaagd is, verschijnt er een vinkje "". Verwijder de kalibra-
tiedop, als u alleen een nulpuntkalibratie uitvoert. Nadat het nulpunt met succes is gezet, begint
het meetbereikproces automatisch binnen 30 seconden nadat het nulsymbool "" is
verschenen.
(8)
Als de nulpuntkalibratie mislukt, verschijnt in de display 2 minuten langen een X waarna het
afsluiten begint.
Als de nulpuntkalibratie mislukt, verwijdert u de kalibratiedop en plaatst u deze weer om nog
een poging te wagen. Als meerdere pogingen mislukken, neem dan contact op met het
MSA-servicecentrum.
(9)
Wanneer in het display het symbool voor spangas knippert, voer dan het spangas toe door de
poort van de kalibratiedop (zie afb. 12).
De unit moet binnen 30 seconden nadat het spansymbool begint te knipperen gas toege-
voerd krijgen anders kan een kalibratiefout optreden. De eerste 30 seconden zijn bedoeld
om de gebruiker de tijd te geven om gas aan de sensor toe te voeren. Tijdens deze tijd kan
de gebruiker het spanproces afbreken door de kalibratiedop te verwijderen.
Het display knippert dan sneller om actieve kalibratie door de sensor aan te geven.
Fig. 14 Symbool spangascilinder
PrimaX® IR
Opstarten en kalibratie
NL
22