Inhoudsopgave
Advertenties
3.2
Elektrische installatie
Aanwijzingen voor elektrische aansluiting
VOORZICHTIG!
Het toestel mag alleen geïnstalleerd worden in overeenstemming met de geldende richtlijnen, anders
wordt de veilige werking van het toestel niet gegarandeerd.
•
Aanbevolen wordt een geïsoleerde kabel voor meettoestellen te gebruiken.
•
Houd altijd de maximale kabellengtes en diameters aan zoals hieronder vermeld.
•
Water of verontreiniging kan via de kabel in het toestel dringen. In gevarenzones wordt het aanbe-
volen de kabel in een lus voor de ingang naar het toestel te leggen of om deze licht te buigen om
te voorkomen dat er water binnendringt.
Bedradingsvereisten
Het apparaat is een driedradige transmitter die werkt in de stroombronmodus en direct aangesloten
kan worden op de ingangsdraden of met een optionele aansluitkast. De volgende tabel geeft de typi-
sche kabellengtes en aderdiameters voor installatie. Het HART signaal vereist een belasting bovenop
het signaal.
Aderdiameter vs afstand
Voedingsspan-
ning
24 Volt
Correcte installatie moet het binnendringen van water en vuil via de bedrading of elektriciteitsbuis voor-
komen.
Het toestel wordt geleverd met 4 draden voor gebruik. De tabel hieronder geeft de definities van de
draadkleuren:
Definities draadkleuren
Draadkleur
Rood
Geel
Wit
Groen
Gebruik een maximale (lijn + belasting) weerstand van 500 Ohm tussen de DC- (witte) en 4-20 mA
bron (gele) draden.
Een externe voedingsbron is vereist. Gebruik een kwalitatief goede DC voedingsbron met lage ruisei-
genschappen. Zie het schema hieronder voor gegevens over voeding en bedrading:
1,0mm²
1,5mm²
480 m
720 m
Definitie
24 VDC (DC +)
4-20 mA bron (SIG)
0 VDC (DC -)
Aarde
PrimaX® IR
Signaalbelasting
(inclusief aansluiting)
Met HART 250 belasting 500
Zonder HART belasting 500
Installatie
NL
14
Advertenties
Inhoudsopgave
