Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Ingebruik Nemen Van Uw Magnetron-Oven; Het Koken Met Verschillende Vermogensstanden; Het Gebruik Van De Verschillende Vermogensstanden - Bauknecht MWT 732 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

(gauKuetht
Het ingebruik nemen van
uw magnetron-oven
Algemeen:
1. Paats het te bereiden voedsel in de oven
en sluit de deur.
2. Uw magnetron funktioneert alleen met
gesloten deur, m.a.w. u moet de deur
sluiten vóór u op de starttoets ® drukt
om het ontdooi - of kookproces te
laten beginnen.
3. NB: Wanneer u tijdens het kook-of-ont-
dooiproces de deur van uw magnetron
opent, stopt de produktie van microgol-
ven direkt. De restiijd van het gaarpro-
ces blijft nu zichtbaar in het digitaalven-
ster. Na de deur weer gesloten te heb-
ben kunt u door het opnieuw indrukken
van de starttoets ® het ontdooi-of
kookproces verder voortzetten.
4. Het instellen van de kooktijdqebeurt
met behulp van de toetsen (J) (kooktijd
verlagen) en © (kooktijd vergroten) in
stappen en wel als volgt:
0-30 seconden
30 sec.-l minuut
1:00-3:00 min.
3:00-6:00 min.
6:00-99:00 min.
in 5-sec.-stapjes
in 10-sec-stapjes
in 15-sec-stapjes
in 30-sec.-stapjes
in 60-sec.-stappen
N.B. U kunt echter bij het programmeren
van de geheugens A, B, C, en D de
kooktijden per sekonde vastleggen (tot.
max. 99 min. en 59 sec).
5. Uw magnetron-oven heeft 8 verschillen-
de vermogensstanden.
De verschillende standen waarmee de
magnetron is uitgerust, stellen u in staat
om kookhandelingen zoals aan de kook
brengen, doorkeken, stoven enz. opti-
maal uit te voeren. Want net als bij de
conventionele manier van koken biedt
ook de magnetron u de mogelijkheid de
mate van de ontwikkelde warmte te re-
gelen. Op de hoogste stand is de ener-
gietoevoer en dus het energieverbruik
maximaal. Wordt een lagere stand ge-
programmeerd dan schakelt de magne-
tron telkens een bepaald aantal secon-
den aan en een aantal seconden uit,
waardoor een lager energieniveau en
dus een geringere warmte-ontwikkeling
in het gerecht verkregen wordt. Op bij-
voorbeeld stand 7 is net energieniveau
ongeveer 70 %, op stand 4 ongeveer
40 % enz.
De vermogensstand kunt u regelen met
toets (D (verlagen van het vermogen)
en toets © (verhogen van het ver-
mogen). In het digitaalvenster wordt
met behulp van verlichte markerings-
streepjes aangegeven welk vermogen u
gekozen heeft:
Voorbeeld: Vol vermogen:
4
5 6
78
10
Ontdooistand (220 Watt):
2 fS «
iiiin
S 6
7 8 10
NB: Indien u niet zelf een ander ver-
mogen instelt, zal uw magnetron-oven
met vol vermogen werken.
6. Aan het einde van het ontdopi-of kook-
programma klinkt een akoestisch signaal.
Uw magnetron schakelt zichzelf af, de
ovenverlichting en het kontrolelampje (D
gaan uit en de koelventilator stopt. De
dagtijd verschijnt weer in het digitaal-
venster.
30
(gauknecht
Het koken met de
verschillende
vermogensstanden
1. Open de deur, zet het voedsel in de
ovenruimte en sluit nu weer de deur.
2. Stel nu de gewenste kooktijd in met be-
hulp van de toetsen ® en ©. NB. De
rechter twee cijfers geven de seconden
weer; de linker twee de minuten. U kunt
een kooktijd van maximaal 99 minuten
instellen.
3. Stel nu het gewenste vermogen in met
behulp van de toetsen ® en (D. NB: In-
dien u met vol vermogen (= stand 10)
wilt koken, behoeft u niets in te stellen.
Indien u een gereduceerd vermogen wilt
(zie tabel hieronder en verder uw kook-
boek) stel dan dit vermogen in met de
toetsen (D en (D. In het digitaalveld kunt
u aflezen welk vermogen u heeft inge-
steld.
4. Druk nu op de starttoets ®:
- De ovenverlichting gaat aan
- De koelventilator gaat werken
- Nu gaat het controlelampje ® bran-
den: Het kookproces begint.
- De kooktijd in het digitaalvenster telt
af.
NB: Tijdens het kookproces kunt u de
breidingstijd en de vermoqensstand
indien gewenst wijzigen door op de
betreffende toetsen ©, ©, ® of © te
drukken. In het digitaalvenster kunt u
aflezen welke wijzigingen u aanbrengt.
5. Aan het einde van de kooktijd klinkt een
akoestisch signaal; de ovenverlichting en
het controlelampje ® gaan uit; de koel-
ventilator stopt. U kunt nu het voedsel
uit de ovenruimte halen.
Het gebruik van de
verschillende
vermogensstanden
Ver-
mo-
gens-
stand
10
8
7
6
5
4
&
2
Ver-
mogen
(in Watts)
ca.
750
625
530
440
370
290
220
115
Toepassing
Koken van groenten
vlees, vis, aardappelen
Verwarmen van reeds
bereide, gerechten,
verhitten van drank-
jes
Voorkomen van over-
koken, „Braden" van
vlees en gevogelte
Bereiden van ge-
rechten met eieren
en kaas, „Braden" van
vlees
Koken van fruit eier-
gerechten, doorkeken
Doorkoken, sudderen
Sudderen, ontdooien
Stoven, sudderen,
ontdooien
Smeerbaar maken van
boter, warm houden
van drankjes, ont-
dooien van slagroom
(gebak), zacht maken
van ijs
In uw kookboek vindt u verdere aanwijzin-
gen over het gebruik van de verschillende
standen.
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave