36
Installatie
Plaatsing van het apparaat
• Voor uw gemak wordt geadviseerd de machine dichtbij de wasmachine te plaat-
sen.
• De wasdroger moet op een schone plaats worden geïnstalleerd, waar geen vui-
lophoping kan plaatsvinden.
• Lucht moet vrij kunnen circuleren rond het hele apparaat. Belemmer het voorste
luchtrooster en het achterste luchtrooster niet.
• Om trillingen en geluid tot een minimum te beperken wanneer de droger in
gebruik is, moet deze op een stabiel horizontaal vlak geplaatst worden.
• Zodra het apparaat op zijn definitieve plaats staat, dient gecontroleerd te wor-
den of de droger wel helemaal horizontaal staat met behulp van een luchtbe-
lwaterpas. Is dit niet het geval, stel dan de stelpootjes af totdat dit wel het geval
is.
• De pootjes mogen nooit verwijderd worden. Belemmer de speling tussen het
apparaat en de vloer niet met hoogpolig tapijt, houten strips of dergelijke. Hier-
door kan er hitte worden opgebouwd die storing kan veroorzaken bij de
bediening van dit apparaat.
De hete lucht die door de wasdroger wordt uitgestoten kan temperaturen bereiken
tot 60°C. Het apparaat mag daarom niet geïnstalleerd worden op vloeren die niet
bestendig zijn tegen hoge temperaturen.
Bij het bedienen van de wasdroger mag de kamertemperatuur niet lager liggen dan
+5°C en niet hoger dan +35°C, omdat dit de prestaties van het apparaat in de weg
kan staan.
WAARSCHUWING!
Als het apparaat verplaatst moet worden moet dit verticaal gebeuren.
WAARSCHUWING!
Het apparaat mag niet worden geplaatst achter een afsluitbare deur, een schuif-
deur of een deur met scharnieren aan de tegenovergestelde zijde als die van het
apparaat.