18
Dagelijks gebruik
Droogtegraad instellen
Als het wasgoed na een standaard
droogprogramma te vochtig uit de machine
komt, kunt u het droogresultaat verbeteren
met behulp van de DROOGTEGRAAD functie.
Het wasgoed wordt droger door van MIN tot
MAXte gaan.
Druk herhaaldelijk op de toets DROOGTE-
GRAAD totdat de gewenste droogtegraad
(MIN, MED of MAX) op het display wordt
weergegeven. Als het betreffende
programma niet voorzien is van een vochtig-
heidsinstelling, dan wordt er een balk weergegeven met de tekst AUTO.
Als wollen of zijden artikelen na afloop van een WOL DROGEN of ZIJDE DROGEN
programma te vochtig uit de machine komen, kunt u deze nogmaals drogen door
het bijbehorende programma weer te starten, maar dit keer met de functie DROOG-
TEGRAAD ingeschakeld en de droogtegraad ingesteld op MIN, MED of MAX. In het
geval van een droogcyclus met relatief droog wasgoed, wordt de duur van de
programmacyclus die aan het begin werd weergegeven na verloop van tijd gecor-
rigeerd.
Het voor-centrifuge toerental instellen
Indien het wasgoed in de wasmachine gecentrifugeerd werd voor het begin van
de droogcyclus, kan de droger ingesteld worden in overeenstemming met de cen-
trifugesnelheid van de oorspronkelijke centrifugeprocedure. Hoe hoger de centri-
fugesnelheid, des te korter duurt het programma voor de droogcyclus.
Druk een aantal keren op de toets TPM (T/
MIN.) totdat de gewenste centrifugesnelheid
van het oorspronkelijke centrifugetoerental
wordt weergegeven. Er wordt geen waarde
weergegeven als er geen centrifugesnelheid
is gekozen.