2.
Toegestane pijplengte
Zie onderstaande tabel voor lengte en hoogte. Zie figuur 2~4. Ga
ervan uit dat de langste lijn in de figuur overeenkomt met de langste
pijp, en de hoogste unit in de figuur met de hoogste unit in
werkelijkheid.
Maximaal toegestane
Koppel
pijplengte (Figuur tussen
Tweeweg/
haakjes vertegenwoordigt
Drieweg
equivalente lengte)
Tweeweg
Maximale totale lengte
eenrichtingspijp
Drieweg
Maximale lengte
Tweeweg/
aftakkingspijp
Drieweg
Tweeweg
Maximaal verschil tussen
aftakkingslengten
Drieweg
Maximale hoogteverschil
Alle
tussen binnen en buiten
Maximale hoogteverschil
Tweeweg/
binnen
Drieweg
De lengte van de leiding moet minimaal 7,5 m bedragen. Als aan
deze voorwaarde niet wordt voldaan, wordt het systeem overbelast
(abnormaal hoge druk, enzovoort). Als de afstand tussen de binnen-
unit en de buiten-unit kleiner is dan 7,5 m, verlengt u de leiding tot
ten minste 7,5 m door extra bochten te maken.
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ HET AANLEGGEN
VAN DE KOELMEDIUMBUIZEN
Wanneer u de buiten-unit met warmtepomp lager plaatst dan de
binnen-unit, kan dit de volgende consequenties hebben:
als de unit stilvalt zal de olie terugvloeien naar de uitlaatzijde
van de compressor. Bij het opstarten van de unit kan dit een
vloeistofslag (olie) veroorzaken.
de oliedistributie zal verminderen.
Om deze verschijnselen op te lossen dient u in de zuigleiding om de
15 meter een oliesifon te voorzien als het niveauverschil (H) meer
dan 15 meter bedraagt.
zie figuur
A
buitenuni
B
binnenunit
C
zuigleiding
D
vloeistofleiding
E
oliesifon
LET OP
Als de buitenunit boven de binnenunit is gemonteerd
zijn geen oliesifons benodigd.
Voor R407C units:
Gebruik uitsluitend R407C voor het bijvullen van
koelmiddel.
Werktuigen voor montage:
Gebruik werktuigen (vulslang, manometerset, enz.) die
uitsluitend van toepassing zijn voor systemen met R407C
om te weerstaan aan de druk en te voorkomen dat er
vreemde materialen (zoals minerale olie of vocht) in het
systeem
terechtkomen. Vacuümpomp
vacuümpomp
met
terugslagklep):
Waak erover dat de pompolie niet in omgekeerde richting in
het systeem vloeit als de pomp niet aan het functioneren is.
Gebruik een vacuümpomp die tot -100,7 kPa (5 Torr,
-755 mmHg) kan evacueren.
Montagehandleiding
4
R407C
L1
70 m
(90 m)
(70 m)
L1+L2
L1+L2+L3
80 m
L1+L2+L3+
L4
L2
20 m
L2-L3
10 m
L2-L4
H1
30 m
H2
0,5 m
5.
(gebruik
twee
trappen
en
een
Stopklep bedienen:
Openen:
1
Verwijder de kap (1) en draai de as (2) tegen de klok in met een
zeskante inbussleutel.
R22
2
Draai de as zover mogelijk, totdat deze blokkeert.
50 m
3
Zet de kap goed vast.
Sluiten:
1
Verwijder de kap en draai de as met de klok mee.
60 m
2
Zet de as goed vast zodat volledige afdichting wordt bereikt (4).
20 m
3
Zet de kap goed vast.
10 m
LET OP
30 m
0,5 m
Serviceventiel (5)
Vloeistofpijp
Ventielkap
(1)
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van pijpen
Als de buiten-unit is geïnstalleerd boven de binnen-unit, kan dit het
gevolg zijn:
1
Gecondenseerd water op het afsluitventiel kan naar de binnen-
unit lopen. Voorkom dit door het afsluitventiel te verpakken met
isolatiemateriaal.
2
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve
vochtigheid hoger dan 80%, moet het isolatiemateriaal ten
minste 20 mm dik zijn om condensatie aan het oppervlak te
voorkomen.
Zie de tabel voor de afmetingen als u met flares werkt, en voor
de aanhaalkoppels. (Door te vast aan te draaien kan de
wartelmoer splijten.)
Als u de tromp aansluit, smeer deze dan van binnen en van
buiten in met koelolie (R22), ether of esterolie (R407C) en draai
de tromp aanvankelijk met de hand aan, voordat u deze vast
aandraait.
Zorg ervoor dat u tijdens het solderen stikstofgas door de leiding
laat vloeien.
Leidingdikte
32,7~39,9 N•m
Ø9,5
(333~407 kgf•cm)
49,5~60,3 N•m
Ø12,7
(504~616 kgf•cm)
een
61,8~75,4 N•m
niet-
Ø15,9
(630~770 kgf•cm)
97,2~118,6 N•m
Ø19,1
(989,8~1208 kgf•cm)
zie figuur 6
Aanhaalkoppels afsluitklep vindt u in de tabel.
Gebruik
zowel
een
steeksleutel
momentsleutel wanneer u pijpen op de unit
aansluit of van de unit afkoppelt.
Gebruik een vulslang met afsluitventiel wanneer u
het serviceventiel gebruikt (5).
Controleer nadat u de kap hebt vastgezet of er
geen gas weglekt.
Zorg dat het ventiel open blijft staan wanneer het
systeem in bedrijf is.
Aanhaalkoppels afsluitklep
Type R(Y)(P)71
9,8~14,7 N•m (100~150 kgf•cm)
32,34~14,7 N•m (100~150 kgf•cm)
56,35~46,55 N•m
Gaspijp
(575~475 kgf•cm)
"A" afmetingen voor
verwerkingsgaten
Aanhaalkoppel
(mm)
12,0~12,4
15,4~15,8
18,6~19,0
22,9~23,3
als
een
Type R(Y)(P)100,125
75,46~61,74 N•m
(630~770 kgf•cm)
Wartelmoer vorm
90° ±0.5
A
R=0.4~0.8
R(Y)(P)71~125B7
Split-systeem airconditioners
4PW10931-1D