Menuoptie
Instellingen
AUTOM. ACHTERGRONVERLICHTING
Selecteer een waarde voor de achtergrondverlichting:
. Met de instelling
GEMIDDELD, ECO
een afzonderlijke instelling configureren.
GRONVERLICHTING
HELDERHEID
Helderheid verminderen of verhogen (schaal 0-100)
CONTRAST
Contrast verminderen of verhogen (schaal 0-100)
VERZADIGING
Verzadiging verminderen of verhogen (schaal 0-100)
KLEURTOON
Kleurtoon verminderen of verhogen (schaal -50 -50)
SCHERPTE
Scherpte verminderen of verhogen (schaal 0 - 20)
GAMMA
Selecteer de instelling voor het gamma:
DER
KLEURTEMPERATUUR
Selecteer de kleurtoon:
kunt rode, groene en blauwe tinten ook afzonderlijk instellen.
GEAVANCEERDE VIDEOINSTELLINGEN
Hier zijn de volgende opties beschikbaar.
Met dynamische ruisonderdrukking kunt u de
ruis in het beeld verminderen en de beeldkwa-
DNR
liteit bij een zwak analoog signaal verbeteren.
Selecteer
MATISCH
Met MPEG-ruisonderdrukking wordt beeldruis
in videogegevens met MPEG-compressie ver-
MPEG NR
wijderd voor een hogere beeldkwaliteit. Selec-
teer
UIT, LAAG, GEMIDDELD
Met deze functie wordt de verlichting aange-
AANPASBARE
past aan het videomateriaal voor een betere
LUMAREGE
waarneming van zwart en wit. Selecteer
LING
LAAG, GEMIDDELD
Met deze functie wordt het beeld in kleinere
delen onderverdeeld. De contrastinstellingen
van de verschillende delen van het beeld wor-
den dan, afhankelijk van de inhoud, verschil-
LOKAAL IN
STELBAAR
lend geoptimaliseerd. Daardoor krijgen don-
CONTRAST
kere en lichte delen meer diepte zonder dat
daarbij details verloren gaan en de kwaliteit
van andere delen van het beeld erop achteruit-
gaat. Kies uit
kunt u onder
UIT
DONKER, MIDDEN, HEL
GEBRUIKER, KOEL, STANDAARD, WARM
UIT, LAAG, GEMIDDELD, STERK
.
of
STERK
of
STERK
.
UIT, LAAG, GEMIDDELD
NL
UIT, LAAG,
ACHTER
. U
of
AUTO
.
AUIT,
en
HOOG
.
49