Werken met de
automatische
nivelleerfunctie
1. Zet het apparaat op een
vlakke, stevige onder-
grond. De aan-/uitscha-
kelaar (1) moet naar
boven wijzen. Of beves-
tig het apparaat op een
statief (zie „Werkzaam-
heden met klemstatief" /
„Werkzaamheden met
statief").
2. Lijn het apparaat parallel
aan de vloer uit
3. Schakel het apparaat in
door de nivelleer-arrete-
ring los te maken: stand
.
De LED-ring (2) brandt:
groen: wanneer een
automatische nivellering
mogelijk is.
De nivellereing is af-
gerond, wanneer de
laserlijnen niet meer
bewegen.
rood: wanneer een auto-
matische nivellering niet
mogelijk is.
De laserlijnen knippe-
ren en staan niet meer
exact in een rechte
hoek ten opzichte van
elkaar.
4. Schakel het apparaat uit
door de nivelleer-arrete-
ring vast te zetten: stand
.
Bij trillingen nivelleert
de laser zich weer au-
tomatisch. Wacht af tot de
laserlijnen zich niet meer be-
wegen.
Werken zonder
de automatische
nivelleerfunctie
Let op! - Laserstraling.
Niet in de laserstraal
kijken. Wend uw hoofd af
en sluit de ogen om een blik
in de laserstraal te vermij-
den. Risico op oogletsel!
Bij werkzaamheden
zonder automatische
nivelleerfunctie brandt de
LED-ring (2) ononderbroken
NL
BE
39