5.4.2
Aansluiting van de zonnepanelen
Voorbeeld: Vlakke panelen Oertlisol SUN 230/270
De vertrek
en terugvoer kunnen
op de stijgleidingen met behulp van de verbindingsset. De
verbindingen van de vertrek en terugvoer bevinden zich aan één
enkele zijde van de zonnepaneel. Let er op dat de vertrek en
terugvoer niet omgewisseld worden.
Indien de vertrek- en retourleiding worden omgewisseld,
zal de door het regelsysteem van de zonne-installatie
gemeten temperatuur verschillen van de werkelijke
temperatuur in de zonnepanelen.
De voeler
dient altijd aan de aansluitzijde geplaatst te worden.
Zie voor de installatie en hydraulische aansluiting van de
zonnepanelen de handleiding hiervan.
31/01/08 - 300011962-001-B
direct aangesloten worden
OBSB...E - OBSP...E - OBESB...E
Isolatie van de leidingen
Reeds
bestaand
voor
(Optioneel).
In het geval dat andere koperen leidingen
worden gebruikt, moet de isolatie voldoen
aan de volgende eisen:
- Bestand
zijn
tegen
temperaturen tot 150 °C in de zone van de
paneel en ter hoogte van het vertrekpunt,
alsook tegen temperaturen tot -30 °C.
- Bestand zijn tegen UV-licht en tegen
invloeden van buitenaf die kunnen optreden
ter hoogte van het dak.
- Isolatie
bij
voorkeur
ononderbroken
- met een dikte gelijk aan de diameter van de
buis en met een K-coëfficiënt van 0.04 W/mK.
reductie van de isolatie is toegestaan tot 50 % ter hoogte van
de doorgangen door muren en dak.
Aanbevolen materialen voor maximum temperaturen van
150 °C
- Duo-Tube van Oertli
- Armaflex HT
- minerale vezels
- glaswol
Om de isolatie tegen mechanische invloeden te
beschermen, tegen vogels en tegen UV-licht, dient een
versterking
te
worden
thermische isolatie ter hoogte van het dak, bestaande uit
een aluminium mof of uit zelfklevende aluminium tape.
Deze bijkomende versterking dient afgedicht te zijn met
behulp van siliconen.
"Duo-Tube"
permanente
waterdicht
en
aangebracht
bovenop
de
13