A
f
d
r
u
k
k
e
n
A
f
d
r
u
k
k
e
n
• Gebruik geen papier dat is beschadigd, gekreukt of geknikt of een
onregelmatige vorm heeft.
• Gebruik geen etiketten zonder beschermvel.
• Wij raden u aan om alleen etiketten en transparanten te gebruiken die
speciaal voor laserprinters zijn bedoeld.
• Gebruik etiketten en transparanten die bestand zijn tegen intense hitte,
daar het inwendige van de printer tijdens het afdrukken bijzonder heet
kan worden.
✒ ✒ ✒ ✒ Opmerking
•
Alvorens papier met perforatiegaatjes (zoals Organizer-papier) te
gebruiken, dient u de stapel los te schudden; dit om te voorkomen dat
het papier vastloopt.
•
Zorg dat de gaatjes in Organizer-papier niet in de buurt van de
papiersensor liggen.
•
Gebruik geen Organizer-papier dat aan elkaar is geplakt. De lijm kan de
printer beschadigen.
•
Plaats nooit verschillende soorten papier in de papiercassette, daar het
papier anders kan vastlopen of scheef kan worden ingevoerd.
•
Voor het beste resultaat moet u in uw toepassing hetzelfde
papierformaat selecteren als het formaat papier dat in de papierlade zit.
•
Als u in het afdrukmenu van uw toepassing geen verschillende
papierafmetingen kunt selecteren, dan kunt u in het papiermenu van het
bedieningspaneel een ander papierformaat kiezen.
hoofdstuk 3 voor meer informatie hierover.
o
p
e
t
i
k
e
t
t
o
p
e
t
i
k
e
t
t
e
n
e
n
t
r
a
n
e
n
e
n
t
r
a
n
Afb. 1-22
1-27
HOOFDSTUK 1 OVER DEZE PRINTER
s
p
a
r
a
n
t
e
n
s
p
a
r
a
n
t
e
n
Raadpleeg