7 Controle en onderhoud
7.1 Onderhoud van de installatie
7.1.1
Waterdruk
De waterdruk van de installatie regelmatig controleren (> 1 bar) en
eventueel bijvullen. De ketel niet plotseling met koud water bijvullen
terwijl de ketel warm is.
Het gebruik van een automatische vulling wordt ten stelligste
afgeraden.
7.1.2
Aftappen
Er wordt afgeraden een installatie volledig af te tappen,
behalve indien absoluut noodzakelijk.
7.2 Typeplaat
De typeplaat, aan te brengen bij de installatie van de ketel, vermeldt
het ketelserienummer en de belangrijkste toestelspecificaties.
Type ketel
Nominaal vermogen
Nominale belasting
18
Er dient slechts enkele malen per stookseizoen licht bijgevuld te
hoeven worden; indien meer keren nodig, het lek opsporen en
dichten.
Voorbeeld: Meerdere maanden afwezig terwijl er vorstgevaar in het
gebouw is.
M000048-B
P 420
16/03/2016 - 300016837-03