Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wateraansluitingen; Doorspoelen Van De Installatie; Wateraansluiting Van Het Verwarmingscircuit - REMEHA P 420 Installatie- En Servicehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor P 420:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.5 Wateraansluitingen

4.5.1

Doorspoelen van de installatie

Plaatsing van de ketel op een nieuwe installatie
(installatie van minder dan 6 maanden)
Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om
het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad,
soldeersel).
Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
4.5.2
Spuien
Onder in het voorlid bevindt zich een Rp 2'' 1/2 aanboring voorzien
van stop. Het is mogelijk hier een spuiklep met een 1/4 draai (wordt
niet geleverd) te monteren voor het spuien van bezinksels.
Spuien gaat ook gepaard met groot waterverlies, dat na het spuien
weer bijgevuld dient te worden..
Ga na deze handeling over tot het vullen van de installatie.
4.5.3

Wateraansluiting van het verwarmingscircuit

Waterdoorstroming door de ketel
De waterdoorstroming door de ketel, met de brander in bedrijf, moet
binnen de grenzen liggen, die m.b.v. de onderstaande formules
kunnen worden bepaald:
- Nominale doorstroming Qn = 0.86 Pn/20.
- Minimale doorstroming Qmin = 0.86 Pn/45 (dit debiet komt
overeen met de minimaal benodigde opbrengst van een eventuele
shuntpomp).
- Maximaal waterdebiet Qmax = 0.86 Pn/5.
3
Qn = doorstroming in m
/h.
Pn = nominaal vermogen van de ketel in kW.
Ketels in cascade
Nadat de brander uitgeschakeld wordt:
- moet een wachttijd van 3 min. in acht genomen worden alvorens
de smoorklep te bekrachtigen.
- mag een eventuele shuntpomp (gemonteerd tussen de ketel en de
smoorklep) pas uitgeschakeld worden als de smoorklep gesloten
is (bijvoorbeeld via een eindschakelaar op de smoorklep).
Hoog/laag bedrijf
- Als een minimale aanvoertemperatuur van 50 °C of hoger wordt
aangehouden; Mag de eerste trap van de brander worden
ingesteld op 30 % of meer van de nominale belasting van de ketel.
16/03/2016 - 300016837-03
Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie
Verwijder slijk uit de installatie met een reinigingsmiddel.
Zie: Spuien.
Spoel de installatie door.
Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om
het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad,
soldeersel).
Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen
vuildeeltjes meer bevat.
Zie: Vullen van de installatie.
Voor vervanging van een ketel in een oude installatie, dient
eerst de installatie zorgvuldig gespoeld te worden. Plaats bij
vervuilde installaties een vuilopvang in de retour in de
onmiddelijke nabijheid van de ketel..
- Als de minimaal toelaatbare aanvoertemperatuur van 40 °C tijdens
bedrijf kan optreden; Mag de eerste trap van de brander worden
ingesteld op 50 % of meer van de nominale belasting van de ketel.
Modulerend bedrijf
- Als een minimale aanvoertemperatuur van 50 °C of hoger wordt
aangehouden: Mag de brander terugmoduleren tot 30 % van de
nominale belasting van de ketel.
- Als de minimaal toelaatbare aanvoertemperatuur van 40 °C tijdens
bedrijf kan optreden; Mag de brander terugmoduleren tot 50 % van
de nominale belasting van de ketel.
P 420
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave