Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
5. Knopmodus:
6. Klaar om te starten indicator
7. LED-indicator "6 V"
8. LED-indicator "12 V"
9. LED-indicator "wintermodus"
10. LED-indicator "opladen"
11. LED-indicator "volle batterij"
12. LED-indicator "verkeerde verbinding"
VOOR GEBRUIK
Voorbereiding voor het opladen van de batterij
• Verwijder indien nodig de op te laden accu uit het voertuig. Koppel eerst altijd de massakabel los van de accu.
• Zorg er bij het opladen van de batterij voor dat de ruimte goed wordt geventileerd.
• Reinig de batterijcontacten. Zorg ervoor dat er geen roeststof in uw ogen komt.
• Vul alle batterijcellen met gedestilleerd water tot het door de fabrikant aangegeven niveau. Hierdoor wordt
overtollig gas uit de cellen geduwd. Overschrijd de markering niet bij het bijvullen van de cellen.
• Volg bij het opladen van accu's zonder celdoppen (d.w.z. onderhoudsvrije accu's) de instructies van de
fabrikant nauwkeurig op.
• Lees de veiligheidsinstructies van de fabrikant goed door en controleer of celdoppen tijdens het laadproces
verwijderd moeten worden of dat ze gesloten mogen blijven; houd de door de batterijfabrikant opgegeven
laadstroom aan.
• Zorg ervoor dat de accuspanning overeenkomt met de laadspanning.
• Volg ALTIJD de instructies van de batterijfabrikant met betrekking tot de waarden van het batterijvermogen.
De batterijlader plaatsen
• Plaats de batterijlader op de maximaal mogelijke afstand van de batterij: zo ver als de secundaire DC-kabels
kunnen gaan.
• Plaats de lader nooit over de op te laden batterij: gassen die vrijkomen uit de batterij kunnen corrosie en
schade aan de batterijlader veroorzaken.
• Zorg ervoor dat er nooit elektrolyt op de batterijlader wordt gemorst wanneer u de elektrolytdikte of het
niveau in de batterij controleert.
• Gebruik het apparaat niet in gesloten ruimten of op plaatsen met onvoldoende ventilatie.
• Plaats de batterijlader nooit op de batterij.
• Bootaccu's (gebruikt op zee) moeten over land worden vervoerd om te worden opgeladen.
Veiligheidsmaatregelen met betrekking tot de DC-aansluiting
Gelijkstroomkabels mogen alleen worden aangesloten of losgekoppeld als het netsnoer is losgekoppeld van de
stroombron. Maak de clips vast op de batterijcontacten en beweeg ze meerdere keren heen en weer om goed
3
Advertenties
Inhoudsopgave
