Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een
configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het
volgende:
Servernaam
— Voer een naam voor de
•
configuratieserver in.
Server-ID
— Voer de unieke ID van de
•
configuratieserver in.
Serverwachtwoord
•
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sessiemodus
•
voorkeur.
Toegangspunt
•
wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt
gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens
wanneer u verbinding maakt. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u
dragertype.
Hostadres
— Voer het webadres van de
•
configuratieserver in.
Poort
— Voer het poortnummer van de server in.
•
Gebruikersnaam
•
gebruikers-ID en wachtwoord voor de
configuratieserver in.
Configuratie toestaan
•
een configuratiesessie te laten initiëren.
Automatisch accepteren
•
dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren
van een configuratiesessie.
Netwerkverificatie
•
moet worden gebruikt.
Gebruikersnaam netwerk
•
netwerk
— Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord
144
voor de HTTP-verificatie in. Deze instelling is alleen
— Voer het wachtwoord in
— Selecteer het verbindingstype van uw
— Selecteer het toegangspunt dat u
Internet
hebt geselecteerd als
en
Wachtwoord
— Voer uw
— Selecteer
Ja
— Selecteer
Ja
— Geef aan of HTTP-verificatie
en
Wachtwoord
beschikbaar als u
geselecteerd.
Selecteer
wilt maken met de server om de configuratie-instellingen
voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde
profiel wilt weergeven, selecteert u
bekijken.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de
lucht, selecteert u
Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist.
Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen,
volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat
wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid. Bij het
downloaden van software-updates worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht. Zorg ervoor dat de batterij van het
apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
om de server
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
als u niet wilt
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg
ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat
u de installatie van een update aanvaardt.
Netwerkverificatie
Opties
Configuratie starten
>
Opties
Controleren op
>
hebt
als u verbinding
Opties
Logboek
>
updates.