TECHNISCHE SPECIFICATIES
ZENDPULS
De XPL+ zendpuls bestaat uit een of meer elektrische "shot" pulsen die worden toegevoerd aan de
scan-relais. De scan-relais worden geactiveerd indien nodig, om de zendpuls toe te voeren aan de juiste
sensor die is aangesloten op de XPL+ klemmen.
De sensor vuurt een akoestisch "shot" af voor elke elektrische puls die wordt toegevoerd. Nadat elk "shot" is
afgevuurd, wordt lang genoeg gewacht voor de ontvangst van de echo (shot reflectie) voordat het volgende
(indien van toepassing) "shot" wordt afgevuurd. Nadat alle schots van de zendpuls zijn afgevuurd, worden de
resulterende echo's verwerkt. Het aantal, frequentie, duur, vertraging en het bijbehorende meetbereik van
het zendpuls-shot wordt gedefinieerd door de parameters P803 en P840 tot P852.
ECHOVERWERKING
Echoverwerking bestaat uit echo-optimalisatie, selectie van de werkelijke echo, en geselecteerde
echoverificatie.
Echo-optimalisatie wordt gerealiseerd door filtering (verwijdering van ruis, P821 en P822) en opnieuw
formeren (aaneensluiten van gefragmenteerd echopieken, P823) van het echoprofiel (gedigitaliseerd signaal
dat het ontvangen echosignaal vertegenwoordigd).
Selectie van de werkelijke echo wordt gerealiseerd door de criteria vast te stellen waaraan een deel van het
echoprofiel moet voldoen om te worden beschouwd als de werkelijke echo (de echo die wordt gereflecteerd
door het te meten doel).
Onbelangrijke delen van het echoprofiel buiten het meetbereik (Leeg-afstand P006 + Bereikuitbreiding
P801), onder de TVT Curve (P830 tot P835), en minder dan de Betrouwbaarheidsdrempel (P804) en Short
Shot Minimum (P851) worden automatisch genegeerd.
De resterende delen van het Echo Profiel worden geëvalueerd met behulp van het (de) algoritme(n) (P820)
en geprogrammeerde Short Shot Bias (P850). Wanneer een combinatie van algoritmes wordt gebruikt, wordt
het deel van het Echoprofiel dat de beste gemiddelde Echobetrouwbaarheid (P805) biedt, geselecteerd als
werkelijke echo.
Werkelijke echo-verificatie wordt automatisch bereikt door het vergelijken van de positie (relatie in tijd na
zenden) van de "nieuwe" echo vergeleken met de vorige geaccepteerde echopositie.
Wanneer de nieuwe echo zich binnen het Echo Lock Venster (P713) bevindt, dan wordt de nieuwe echo
geaccepteerd en de displays, SAM-20 relais en AO-10 mA uitgangen worden bijgewerkt beperkt door het
Fuzz Filter (P710) en de Snelheidsparameters (P700 tot P703). Wanneer de nieuwe echo zich buiten het
Echo Lock Venster bevindt, dan wordt de nieuwe echo niet geaccepteerd totdat wordt voldaan aan de Echo
Lock (meetherhaalbaarheid, P711) vereisten.
ECHOVERWERKINGS DISPLAYS ( Scope Displays, P810 )
Leegafstand (P006) +
Bereikuitbreiding (P801)
TVT Curve
Echo Lock
venster
Echoprofiel
Onderdrukkingsband
Echo
( P 800 )
Marker
msec x 100
PL-532-5
83