Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

AiRanger XPL Plus
Gebruiksaanwijzing
PL-532-5
Oktober 1997
33455325
Rev
2.2
Technology based. Customer driven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Milltronics AiRanger XPL Plus

  • Pagina 1 AiRanger XPL Plus Gebruiksaanwijzing PL-532-5 Oktober 1997 33455325 Technology based. Customer driven.
  • Pagina 2 Milltronics producten. Om aan de eisen van onze klanten te voldoen ontwikkelen wij continu betrouwbare en eenvoudig te bedienen instrumenten. Sinds 1954 ontwikkelt en produceert Milltronics meetsystemen voor de industrie. Ons programma omvat producten voor ultrasone en capacitieve metingen, in-line doorstroommeting van vaste stoffen, het wegen van stortgoederen en procesbesturingssystemen.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE TITEL BLZ. INTRODUCTIE Over deze handleiding Over de AIRANGER XPL PLUS Belangrijke AIRANGER XPL PLUS kenmerken Vaste functies Programmeerbare functies INSTALLATIE AIRANGER XPL PLUS Locatie Kabelinvoer instructies Montage Sensormontage Optionele kaarten Communicatiemodule TIB-9 kaart Aansluiting Systeemdiagram Sensor Temperatuursensor Randapparatuur...
  • Pagina 4 Niveau (materiaalvolume) Voorbeeld 2 Ruimte (resterende capaciteit) Voorbeeld 3 mA multipunt-gemiddelde Voorbeeld 4 Afstand Toepassingsassistentie BIC-II Support Onderhoud TROUBLESHOOTING HANDLEIDING Trouble-shooting overzicht Meetproblemen Knipperend LOE Display Vaste uitlezing Verkeerde uitlezing SPECIFICATIES AiRanger XPL Plus Programmeereenheid Sensor Opties PROGRAMMEERKAART PL-532-5 25/01/99...
  • Pagina 5: Introductie

    Na het lezen van en het afronding van de fysische , willen diegenen die een dergelijk systeem voor het eerst installeren wellicht de AIRANGER XPL PLUS Quick Start Guide gebruiken , voor stap voor stap opstartinstructies. INTRODUCTIE introduceert de XPL+ voor installateurs en operators met korte omschrijvingen van de belangrijkste kenmerken.
  • Pagina 6: Over De Airanger Xpl Plus

    Met behulp van de gemeten tijd berekent de XPL+ de afstand van het sensoroppervlak tot het product. De berekening van de afstand is afhankelijk van de geluidssnelheid in de tank. Wanneer Milltronics ultrasone/temperatuursensoren worden gebruikt, worden variabele luchttemperaturen gecompenseerd voor elke tank.
  • Pagina 7 De gekozen uitlezing (en bedrijfsgegevens) voor elke tank worden getoond op het Liquid Crystal Display (LCD). Maximaal 3 Milltronics randapparaten kunnen worden aangesloten op de XPL+. De AO-10, SAM-20 en/of BIC-II, bieden respectievelijk een analoge uitgang, relais en een RS-232 of RS-422 communicatie-interface, zoals geprogrammeerd door de XPL+.
  • Pagina 8: Belangrijke Specificaties Van De Airanger Xpl Plus

    RS-232 of RS-422 interface. en /of SmartLinx Compatibel Gereed voor communicatie wanneer uitgerust met een juiste Milltronics SmartLinx module. SNELHEID: Snelle 16/32 bit microprocessor met een kloksnelheid van 16,7 MHz. 1 tank/silo (punt) per seconde scan-snelheid.
  • Pagina 9 AANVULLENDE SPECIFICATIES (kunnen naar wens worden gebruikt) VOLUME: 8 voorgeprogrammeerde tankvormen. 2 universele tankvorm programmeermethoden. FAILSAFE: Diverse fail-safe opties voor activering van procesbesturingsinstrumentatie. RELAIS: 7 alarmfuncties waaronder niveau, snelheid van verandering, temperatuur en meer. Vaste of onafhankelijke aan/uit setpoints. (SAM-20 vereist) mA UITGANGEN: Gebaseerd op niveau, ruimte, afstand, of volume, 4 keuzen voor bereiken, 0-20, 4-20, 20-0, of 20-4 mA,...
  • Pagina 10 PL-532-5...
  • Pagina 11: Installatie

    TECHNISCHE SPECIFICATIES Toepassingsvoorbeelden voor aanvullende instructies. Zie ook de instructiehandleidingen van alle andere aangesloten apparatuur op de XPL+ voor aanvullende installatie-instructies. AIRANGER XPL PLUS De installatie mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming met de locale regelgeving.
  • Pagina 12: Montage

    MONTAGE Dit product is gevoelig voor elektrostatische ontlading. Zorg voor correcte aarding. Controleer alle dozen en verpakkingen op beschadiging tijdens transport, voordat u de XPL+ en bijbehorende apparatuur uitpakt. Draai de 6 ( verzonken ) schroeven van het deksel van de behuizing los en draai het deksel los. Verwijder de 4 montageschroeven van printplaat B ( buitenhoeken ) en verwijder de printplaat.
  • Pagina 13: Optionele Kaarten

    OPTIONELE KAARTEN COMMUNICATIEMODULE De XPL+ is qua software / hardware voorbereid voor een optionele Milltronics SmartLinx communicatiemodule die een interface vormt naar een van de diverse populaire industriële communicatiesystemen. Uw XPL+ kan worden geleverd zonder een SmartLinx module, voor installatie op een later tijdstip.
  • Pagina 14: Aansluiting

    AANSLUITING Voordat u systeemcomponenten aansluit op de XPL+ klemmen, moet u nagaan of alle componenten zijn geïnstalleerd in overeenstemming met de bijbehorende instructiehandleidingen. Sluit alle kabelafschermingen van de aangesloten apparatuur aan op de XPL+ afschermingsaansluitingen. Om verschillende aardpotentialen te voorkomen, moet u geen kabelafschermingen elders aansluiten op de aarde.
  • Pagina 15 SYSTEEMDIAGRAM AiRanger XPL Plus Milltronics sensor, zie specificaties optionele SmartLinx Milltronics TS-3, temperatuursensor bipolaire stroom (Milltronics communicatie) Milltronics AO-10, analoge uitgang Milltronics SAM-20, relais uitgang Milltronics BIC-2, Buffered Interface Converter industriële bus industrieel besturingssysteem Maximale systeemcapaciteit. Het is mogelijk dat niet alle componenten of hun maximale aantal is vereist.
  • Pagina 16: Temperatuursensor

    SENSOR SENSOREN naar sensoren (max. 10), RG62 A / U coax, 365 m (1200 ft) / sensor max. Sensorkabels moeten door geaarde metalen buizen lopen, apart van andere bedrading (behalve TS-3 temperatuursensorbedrading, indien van toepassing). Gevaarlijke spanning aanwezig op sensorklemmen tijdens bedrijf. TEMPERATUURSENSOR enkele TIB-9 kaart voor meerdere temp.-sensoren (optie)
  • Pagina 17 Zorg er voor dat de niveaumonitors dezelfde (net) voeding en aarde gebruiken. Verbind de SYNC klemmen van de niveaumonitors die gesynchroniseerd moeten worden. Neem voor het synchroniseren van de XPL+ met andere Milltronics ultrasone niveaumonitors ( die niet zijn vermeld ) contact op met Milltronics of uw locale vertegenwoordiging. PL-532-5...
  • Pagina 18 VOEDING Zorg er voor dat de juiste voedingsspanning is ingesteld voordat u de voeding aansluit. SW1 schakelaar in de 100/115/200/230 V OFF stand. Kies de juiste 50 / 60 Hz spanning kies spanning via SW1. De XPL+ nooit gebruiken wanneer het deksel van de behuizing open is of wanneer de aardaansluiting is losgekoppeld.
  • Pagina 19: Programmering

    PROGRAMMERING Functies die door de operator geprogrammeerd kunnen worden zijn aangegeven door een puntnummer en een parameternummer. Het puntnummer verwijst naar het sensornummer (tanknummer), relaisnummer, mA uitgangsnummer, of TS-3 nummer zoals aangegeven door de punttype-indicatoren. Parameternummers hebben een vooringestelde waarde voor elk puntnummer. Programmering vindt plaats voor wijziging van de vooringestelde parameterwaarden zoals vereist om het gewenste RUN modus bedrijf te realiseren.
  • Pagina 20 TOETSENBORD Gebruik in de programmeermodus de XPL+ programmeertoetsen om de functies uit te voeren. Nummerieke toetsen Functietoetsen shift-toegang tot het puntnummer, parameternummer, of parameterwaardeweergave. invoer van een numerieke waarde in het gekozen display. instellen van een decimale punt van een parameterwaarde (Profile/TVT-pointers naar links). invoer van een negatieve parameterwaarde (Profile/TVT-pointers naar rechts).
  • Pagina 21: Programmeermodus Kiezen

    PROGRAMMEERMODUS KIEZEN Bij het inschakelen van de voedingsspanning, toont de XPL+ "OFF". Volg onderstaande procedure om de programmeermodus te kiezen... 1. Zorg er voor dat het deksel van de behuizing is gesloten door de 6 verzonken schroeven. 2. Plaats het infrarood programmeerapparaat in de uitsparing in het deksel van de behuizing (geen bedrading of bevestiging nodig).
  • Pagina 22: Parameterresetfuncties

    PARAMETERRESETFUNCTIES Bij het inschakelen hebben alle parameters de "oorspronkelijke" waarden. In veel gevallen worden, wanneer een parameter wordt gewijzigd, de bijbehorende parameterwaarden overeenkomstig gewijzigd. Wanneer een Parameternummer wordt benaderd, terwijl de vooringestelde getoonde parameterwaarde acceptabel is, hoeft u niets in te voeren. Om een door de operator gewijzigde waarde terug te zetten naar de vooringestelde waarde, moet u, terwijl het juiste puntnummer en parameternummer worden getoond...
  • Pagina 23 PL-532-5...
  • Pagina 24 PL-532-5...
  • Pagina 25: Quick Start Parameters

    QUICK START PARAMETERS Wijzig de Quick Start Parameters zoals gewenst om deze aan te passen aan de installatievereisten. Ga, indien de Quick Start handleiding werd gebruikt, verder met TOEPASSINGSPARAMETERS . TOEPASSINGSPARAMETERS Zie TECHNISCHE SPECIFICATIES TECHNISCHE SPECIFICATIES Toepassingsvoorbeelden voor assistentie, indien nodig. P001 BEDRIJF Voer het gewenste type RUN-modus bedrijf in.
  • Pagina 26 P004 SENSOR Voer het type sensor in dat is aangesloten op de XPL+ voor het getoonde puntnummer. ULTRASOON ULTRASOON / TEMPERATUUR waarden: 0 = niet ingevoerd 100 = ST-H 106 = XPS-40 1 = ST-25 101 = XCT-8 107 = XLT-30 2 = ST-50 102 = XPS-10 108 = XLT-60...
  • Pagina 27 PL-532-5...
  • Pagina 28 PL-532-5...
  • Pagina 29 Hi Hi Alarm Normaal bedrijf Hi Alarm Indicator vullen/legen Bargraph Fail-safe Lo Alarm bedrijf Milltronics communicatie-loop Lo Lo Alarm Punt in bedrijf Hulp-display Data In indicator gescand punt Data Out indicator Sensor het huidige display heeft betrekking op een sensormeting.
  • Pagina 30 TOETSENBORD In de RUN mode, voeren de volgende programmeertoetsen de aangegeven functies uit. Toetsen hulp-display Functietoetsen kiest de Hulpuitlezing "mA uitgangswaarde voor het getoonde puntnummer". kiest de Hulpuitlezing "atmosfeertemperatuur in tank". kiest de Hulpuitlezing "snelheid van niveauverandering". kiest de Hulpuitlezing "resterende fail-safe tijd"...
  • Pagina 31: Evaluatie Systeemprestaties

    EVALUATIE SYSTEEMPRESTATIES Voor de eerste maal activeren van de RUN-modus (of na het uitvoeren van wijzigingen in de programmering) moet u de XPL+ niet gebruiken voor het besturen van procesapparatuur voordat u een goede werking van de systeemprogrammering en de prestaties heeft geverifieerd. om de RUN-modus te activeren...
  • Pagina 32: Resultaten Prestatietest

    RESULTATEN PRESTATIETEST Bewaak de systeemprestaties zorgvuldig, onder alle bedrijfsomstandigheden. A. Wanneer de XPL+ exact werkt zoals gewenst, is de programmering afgerond. B. Wanneer de XPL+ metingen nauwkeurig en betrouwbaar zijn, maar uitlezing in andere eenheden, fail-safe, SAM-20 relais, of AO-10 mA uitgang bedrijf is gewenst, ga dan naar APPLICATIEPARAMETERS .
  • Pagina 33: Applicatieparameters

    APPLICATIEPARAMETERS Applicatieparameters worden gebruikt om de werking van het display, de fail-safe functie, de relais en/of de mA-uitgang van de XPL+ te wijzigen. VOLUMEPARAMETERS (P050 tot P055) Indien een uitlezing proportioneel aan het volume is gewenst, pas dan de volgende parameters aan. Als volumeconversie niet is vereist, ga dan verder met Uitlezing Parameters.
  • Pagina 34: Max Volume

    P051 MAX VOLUME Gebruik deze functie als u de meetwaarde wilt weergeven in volumetrische eenheden in plaats van in een percentage. Voer het volume van de tank in tussen Leeg (P006) en Bereik (P007). b.v.1 Als het volume = 3650 m , voer dan 3650 in.
  • Pagina 35 UITLEZING PARAMETERS (P060 tot P062) Als wijziging van de uitlezing is gewenst, verander dan de volgende parameters: a) om het aantal getoonde decimalen te wijzigen. b) voor het converteren naar eenheden anders dan de ingestelde eenheden (P005), % of Bereik (P007), of Max Volume (P051). c) referentiemetingen op een ander punt dan Leeg (P006) of Bereik (P007).
  • Pagina 36 P062 OFFSET UITLEZING Voer de waarde in die moet worden toegevoegd aan de uitlezing, (vóór weergave). Deze functie is default ingesteld op 0.000, (geen offset). b.v. Om een productniveau t.o.v. zeeniveau weer te geven, moet u de afstand in de ingestelde eenheden (P005) invoeren, tussen Leegniveau (P006) en zeeniveau.
  • Pagina 37: Fail-Safe

    FAIL-SAFE PARAMETERS (P070 tot P072) In geval van een probleem bij de meting of een technische storing, houdt de XPL+ default de uitlezing, de bargraph, SAM-20 relais (indien gebruikt) en AO-10 mA uitgangen (indien gebruikt) op hun laatst "bekende" waarden. Voor het bedienen van procesbesturingsapparatuur onder deze omstandigheden, kunt u de volgende parameters naar wens toevoegen.
  • Pagina 38: Fail-Safe Niveaubenadering

    P071 FAIL-SAFE PRODUCTNIVEAU Kies het productniveau dan moet worden gerapporteerd wanneer de Fail-safe Timer afloopt. Wanneer "HOLd" (default) wordt gekozen, in de RUN-modus, dan wordt het "laatst bekende" productniveau vastgehouden. Wanneer "HI" of "LO" wordt gekozen, gaat de XPL+ verder naar het Bereikniveau (P007) of Leegniveau (P006) zoals gedefinieerd door de Fail-safe Level Advance.
  • Pagina 39: Relais

    RELAISPARAMETERS (P100 tot P104, P110 tot P113, P129) Als relais gebruikt moeten worden, wijzig dan de volgende parameters zoals gewenst. Zo niet, ga dan verder naar mA UITGANGSPARAMETERS. Relais kunnen worden geprogrammeerd als Standaard Alarmen of voor Klantspecifieke werking. Voor Standaard alarmen (relais werken gebaseerd op het materiaalniveau), kiest u de gewenste relaisinstelling (P100) en wijzigt u de Standaardalarmparameters (P101 tot P104) zoals gewenst, voordat u verder gaat naar Relais Fail-safe (P129).
  • Pagina 40 Standaard Alarmen (P101 tot P104) In de RUN-modus, wanneer het materiaalniveau... » stijgt naar een Hi of Hi Hi Alarmwaarde, wordt de Alarmindicator getoond en (de) het bijbehorende relais valt (vallen) af. » 5% van het Bereik (P007) daalt onder de Hi of Hi Hi Alarmwaarde, dan gaat de Alarmindicator uit, en (de) het bijbehorende relais valt (vallen) af.
  • Pagina 41 Klantspecifieke Relais (P110 tot P113) P110 RELAISTOEKENNING Gebruik deze functie om de Relaisinstelling (P100) relais/puntnummer-toekenning te wijzigen om een willekeurig relais te laten werken gebaseerd op de werking van een willekeurig puntnummer. Wanneer deze parameter wordt gekozen, wordt het relaissymbool getoond in het punttypeveld en het relaisnummer (overeenkomstig de SAM-20 klemmen) wordt getoond in het puntnummerveld.
  • Pagina 42 Voer de gewenste Relaisinstelling in (P100) om de Relaisfunctie te resetten voor het gebruik van Standaard Alarmen (P100). waarden: 0 = uit (relais altijd afgevallen) 1 = niveau-alarm (default) 2 = binnen grenswaarden (relais afgevallen bij alarm) 3 = buiten grenswaarden (relais afgevallen bij alarm) 4 = niveauveranderingssnelheid (relais afgevallen bij alarm) 5 = temperatuuralarm (relais afgevallen bij alarm) 6 = LOE alarm (relais afgevallen bij alarm, Relais A / B Setpoints zijn niet van...
  • Pagina 43 P112 Relais A SETPOINT Voer het kritische punt in waar de gewenste actie moet optreden (gebaseerd op de gekozen Relaisfunctie). waarden: -999 tot 9999 P113 Relais B SETPOINT Voer het kritische punt in waar de gewenste actie moet optreden (gebaseerd op de gekozen Relaisfunctie). waarden: -999 tot 9999 P 116 BOUND ALARMHYSTERESE...
  • Pagina 44: Ma Uitgang

    mA-UITGANGSPARAMETERS (P200 tot P203, P210 tot P215, P219) Als AO-10 mA uitgangen moeten worden gebruikt, wijzig dan de volgende parameters indien nodig. Zo niet, ga dan verder met BEDIENING. Wanneer een mA Uitgangsparameter wordt gekozen, wordt het mA-symbool getoond in het punttypeveld en het mA-Uitgangsnummer (corresponderend met de AO-10 klemmen) wordt getoond in het puntnummerveld.
  • Pagina 45 P203 (V) mA WAARDE/SENSOR Bekijk de huidige waarde van de mA uitgang die hoort bij het getoonde Point-nummer. Dit is de hulpuitlezing die wordt getoond wanneer wordt ingedrukt tijdens de RUN-modus en omvat niet een eventuele aanpassing die is gemaakt m.b.v. de 4 of 20 mA Trimfuncties (P214, P215).
  • Pagina 46 P214 4 mA TRIM Gebruik deze functie (in combinatie met 20 mA Trim) als het instrument aangesloten op de getoonde mA-uitgang gekalibreerd moet worden, terwijl kalibratie momenteel onpraktisch is. Corrigeer deze waarde indien nodig zodat het aangesloten instrument 4.000 mA aangeeft wanneer deze parameter wordt gekozen.
  • Pagina 47 PL-532-5...
  • Pagina 48 PL-532-5...
  • Pagina 49: Optimalisatieparameters

    Displayparameters instellen vooringestelde display-karakteristieken SmartLinx Parameters communicatie Echoverwerking oplossen van valse echtodetectie Geavanceerde echoverwerking bedoeld voor gebruik door Milltronics Service personeel Testparameters bedoeld voor gebruik door Milltronics Service personeel Meetparameters ter verificatie programmering applicatieparameters Master Reset voor het resetten van diverse parameterwaarden Wanneer een optimalisatieparameter is gewijzigd, ga dan terug naar de RUN-modus om na te gaan of het gewenste effect is bereikt, voordat u andere wijziging doorvoert.
  • Pagina 50: Data Logging

    HISTORIEPARAMETERS (P300 en P302) Bekijk de maximum temperatuur die is opgeslagen in de RUN modus. P300 (V) TEMPERATUUR, SENSOR MAX Gebruik deze functie als de tanktemperatuur wordt bewaakt door een ultrasone/temperatuur- sensor om de hoogste vastgelegde temperatuur te bekijken (in °C). waarden: -50 tot 150 P302 (V) TEMPERATUUR, SENSOR MAX...
  • Pagina 51: Profiel Records

    PROFIEL RECORDS (P330 tot P337) De volgende parameters zijn bedoeld voor geautoriseerd Milltronics servicepersoneel of instrumentatietechnici die bekend zijn met Milltronics echoverwerkingstechnieken. Gebruik deze functies voor het vastleggen en bewaren van maximaal 10 echoprofielen, handmatig (P330), of automatisch gestart (P331 et al). Zie scoop-displays (P810) voor de benodigde hardware / software voor het...
  • Pagina 52: Auto Record Activeren

    Een handmatig record bewaren: kopieert het echoprofiel dat is vastgelegd in de scoopbuffer en bewaart dit in het gekozen adres in de recordbibliotheek. Het parameterwaardeveld toont de nieuwe record-ordinaten. bijv. handmatig record van sensor 1 bewaard in adres 2 Weergeven van een record: kopieert het echoprofielrecord in het gekozen adres naar de scoopbuffer, voor weergave.
  • Pagina 53 AUTO RECORD A / B Setpoints Gebruik Auto Record A Setpoint (P334) en Auto Record B Setpoint (P335) Voor het definiren van de grenswaarden binnen welke het niveau moet liggen om het resulterende echoprofiel te kwalificeren als Auto Profile Record. Als "----"...
  • Pagina 54: Installatie Records

    INSTALLATIE RECORDS (P340 tot P342) Gebruik deze functies voor het bekijken van data die betrekking hebben op deze specifieke XPL+ installatie. P340 (V) PRODUCTIEDATUM Bekijk de productiedatum van deze XPL+. waarden: JJ:MM:DD formaat P341 (V) BEDRIJFSTIJD Bekijk het totale aantal dagen dat deze XPL+ in bedrijf is geweest, sinds de Productiedatum (P340).
  • Pagina 55: Bereikskalibratie

    BEREIK KALIBRATIEPARAMETERS ( P650 tot P654 ) P650 OFFSET KALIBRATIE Gebruik deze functie wanneer de Leegniveauwaarde (P006) was geschat of wanneer het gerapporteerde productniveau consequent met een vaste hoeveelheid te laag of te hoog is (b.v. 2 cm) Controleer voordat u deze functie gebruikt: a) of de Leegwaarde (P006) (zoals gemeten of geschat) juist is ingevoerd.
  • Pagina 56: Offset Correctie

    P652 OFFSET CORRECTIE Bekijk de offset die wordt gebruikt voor de uitlezing. Deze waarde wordt automatisch aangepast wanneer een Offset-kalibratie wordt uitgevoerd. Als alternatief, als de benodigde Offset-correctie bekend is (en de uitvoering van een Offset kalibratie is ongewenst), kan de hoeveelheid worden ingevoerd die moet worden opgeteld bij de meetwaarde voor de weergave op het display.
  • Pagina 57: Temperatuurcompensatie

    TEMPERATUURCOMPENSATIEPARAMETERS ( P660 tot P664 ) P660 TEMP SOURCE Deze functie wordt vooraf ingesteld op "AUTO". Bij het scannen van een sensor, scant de XPL+ de TS-3 temperatuursensor die is toegekend aan de sensor. Als een TS-3 sensor niet is aangesloten, dan wordt de temperatuurmeting van de ultrasone / temperatuursensor gebruikt. Als de gebruikte sensor niet is uitgerust met een gentegreerde temperatuur sensor, dan wordt de Temp Fixed-waarde (P661) gebruikt.
  • Pagina 58: Sensortoekenning Ultrasoon/Temp

    P662 TEMPERATUURSENSOR-TOEKENNING Default zijn TS-3 # 1-10 toegekend aan de puntnummers 1-10. Om deze toekenning te wijzigen, moet u het TS-3 nummer invoeren waarvan de temperatuur- meting wordt gebruikt voor de afstandsberekening van het getoonde puntnummer. Wanneer er meer dan één TS-3 temperatuursensor is toegekend aan een puntnummer, dan worden de temperatuurmetingen van elke sensor gemiddeld voor die tank.
  • Pagina 59: Snelheid

    SNELHEIDSPARAMETERS ( P700 tot P707 ) P700 MAX VULSNELHEID Pas de XPL+ responsie aan op toenames in het actuele productniveau (of ga naar een hoger Failsafe Productniveau, P071). Voer een waarde in die iets groter is dan de maximale tankvulsnelheid. Deze waarde, (in Eenheden (P005) of % van het Bereik (P007) per minuut) Wordt automatisch gewijzigd wanneer Meetresponsie (P003) wordt gewijzigd.
  • Pagina 60: Snelheids Update Tijd

    P704 SNELHEIDSFILTER Gebruik deze functie om fluctuaties in de Snelheidswaard (P707) als gevolg van een "spattend" productoppervlak te voorkomen. Deze waarde wordt automatisch gewijzigd wanneer Meetresponsie (P003) wordt gewijzigd. Zie TECHNISCHE REFERENTIE TECHNISCHE SPECIFICATIE Meetresponsie. Deze waarde wijzigt automatisch de Snelheids Update Tijd (P705) en / of Snelheids Update Afstand (P706).
  • Pagina 61: Meetverificatie

    METING VERIFICATIEPARAMETERS ( P710 tot P713 ) P710 FUZZ FILTER Gebruik deze functie voor het stabiliseren van het gerapporteerde productniveau als gevolg van productfluctuaties (zoals een golvend of spattend vloeistofoppervlak), binnen het Echo Lock Venster (P713). Deze waarde (in % of Bereik, P007) wordt automatisch gewijzigd wanneer Meetresponsie (P003) wordt gewijzigd.
  • Pagina 62: Echo Lock Sampling

    P712 ECHO LOCK SAMPLING Het sampling criterium bepaald het aantal opeenvolgende echo’s die boven of onder de momentele "locked on" echo moeten verschijnen voordat de metingen worden gevalideerd als zijnde de nieuwe uitlezing (voor Echo Lock P711 waarden: 1 of 2). P711 waarde P712 default waarde 1, max verificatie...
  • Pagina 63: Scannen

    SCANPARAMETERS ( P720, P725 tot P729 ) P720 SMART SCAN Kies de conditie(s) voor het toevoegen/verwijderen van het getoonde puntnummer in de Priority Point scanvolgorde (zoals aangegeven door het display symbool in de RUN-modus). In de RUN-modus, wanneer een van de condities optreedt, worden Priority Point(s) gescanned telkens wanneer een non-priority point wordt gescanned.
  • Pagina 64: Scan Vertraging

    P727 (G) SCAN VERTRAGING Gebruik deze functie voor het instellen van de vertraging voordat het volgende punt wordt gescanned. Voer de vertraging in in seconden. Deze waarde wordt automatisch gewijzigd wanneer Meetresponsie wordt gewijzigd (P003). (Zie Meetresponsie). TECHNISCHE SPECIFICATIES waarden: 0.000 tot 60.00 P728 PULSVERTRAGING...
  • Pagina 65: Display

    DISPLAY PARAMETERS ( P730 tot P734, P740 ) P730 (G) HULPUITLEZING Gebruik deze functie voor het tijdelijk weergeven van door de operator gekozen hulpuitlezingen. Kies "OFF" (uit) om hulpuitlezingen tijdelijk weer te geven. Kies "HOLd" om hulpuitlezingen weer te geven totdat een andere hulpuitlezing wordt gekozen. (Zie BEDIENING Toetsenbord voor de keuze van RUN-modus selectie Hulpuitlezing.) BEDIENING Kiezen van de gewenste hulpuitlezing.
  • Pagina 66: Scanning Indicatoren

    2 = puntnummers met prioriteit P740 RANDAPPARATUURCOMMUNICATIE Gebruik deze functie voor het selecteren van het ASCII formaat dat wordt gebruikt in de eigen Milltronics communicatie-loop. Kies: "uit" als er geen randapparatuur wordt gebruikt. (hierdoor neemt de verwerkingssnelheid van de XPL+ toe) "normaal"...
  • Pagina 67: Smartlinx Parameters

    SmartLinx PARAMETERS P750 - P789 PROTOCOL SPECIFIEKE PARAMETERS Deze parameters zijn specifiek voor de geïnstalleerde SmartLinx module. Zie de moduledocumentatie voor een lijst en omschrijving van de specifieke parametervereisten. P790 HARDWARE-FOUT Gebruik deze functie voor de weergave van de doorlopende hardware-tests Binnen de communicatie-elektronica.
  • Pagina 68: Bereikvergroting

    Vergroot de onderdrukkingsband om meetproblemen te voorkomen die niet kunnen worden gecorrigeerd door sensorlocatie, montage, of richten. De oorzaak van meetproblemen die gecorrigeerd kunnen worden zijn onder andere: » een obstructie in de tank die deels de akoestische bundel blokkeert. »...
  • Pagina 69 P803 SHOT / PULS MODUS Gebruik deze functie voor het verhogen van de responsie, onafhankelijk van de Meetresponsie (P003). Kies "kort en lang " voor het zenden van korte en lange akoustische pulsen elke keer dat een tank wordt gescanned. Kies "kort" om uitsluitend korte pulsen uit te zenden als de Echo Betrouwbaarheid (P805) die wordt geproduceerd door een korte puls de korte Betrouwbaarheidsdrempel (P804) overschrijdt.
  • Pagina 70: Geavanceerde Echoverwerking

    GEAVANCEERDE ECHOVERWERKING (P810,P816-P825,P830-P835,P840-P845,P850-P852) De volgende Echoverwerkingsparameters zijn bedoeld voor gebruik door geautoriseerd Milltronics Service personeel of industriële instrumentatietechnici die bekend zijn met Milltronics ultrasone echoverwerkingstechnieken. P810 SCOOP DISPLAYS Gebruik deze functie voor het analyseren van de resultaten van wijzigingen in de instellingen van echoverwerkingsparameters.
  • Pagina 71 PROFIEL POINTER PARAMETERS Wanneer een Profiel Pointer Parameter wordt gekozen, wijzigt het Echo Lock Venster scoop-display in een Profiel Pointer display. De Profile Pointer kan worden verplaatst naar een aantal punten op het Echoprofiel, teneinde specifieke informatie te verkrijgen afhankelijk van de gebruikte Profiel Pointer Parameter.
  • Pagina 72 P820 ALGORITME Gebruik deze functie voor het selecteren van het (de) Algoritme(s) (mathematische bewerking ) waarop de Sonic Intelligence echokeuze op gebaseerd moet worden. Deze waarde wordt automatisch gewijzigd door Product (P002). Als de verkeerde echo wordt verwerkt, kies dan een ander algoritme terwijl u de uitkomst op de echoverwerkings-displays analyseert.
  • Pagina 73 P823 REFORM ECHO Gebruik deze functie als het gerapporteerde productniveau licht fluctueerd, terwijl het productoppervlak stabiel is (alleen bij meten van vaste stoffen (P002 = 2)). Voer de waarde in (in ms) van de long shot Echo Profiel afvlakking die vereist is voor de eliminatie van pieken in het echoprofiel.
  • Pagina 74 P831 TVT SHAPER Gebruik deze functie voor het in/uitschakelen van de TVT. Zet de TVT Shaper "aan" voordat u TVT Shaper Adjust wijzigt. Nadat TVT Shaper Adjust is gebruikt voor het wijzigen van de TVT Curve (om een valse echo te voorkomen of om de werkelijke echo te detecteren), maakt deze functie het mogelijk dat de TVT Shaper "aan"...
  • Pagina 75 invoer van de wijziging in waarde. Een andere sensor kiezen. . . stelt het puntnummer in op sensor. Kiest het gewenste sensorpunt. P831, TVT shaper, moet ‘ on ’ zijn. bijv. terug naar sensor 1 P833 TVT START MIN Gebruik deze functie voor het instellen van de TVT Curve hoogte teneinde valse echo’s te negeren (of om de echte echo’s op te vangen) in de buurt van het begin van het Echoprofiel.
  • Pagina 76 P840 SHORT SHOT AANTAL Voer het aantal korte ’shots’ in dat moet worden afgevuurd (en waarvan de resultaten moeten worden gemiddeld) per zendpuls. waarden: 0 tot 100 P841 LONG SHOT AANTAL Voer het aantal lange ’shots’ in dat moet worden afgevuurd (en waarvan de resultaten moeten worden gemiddeld) per zendpuls.
  • Pagina 77 P850 SHORT SHOT BIAS Gebruik deze functie om de echo-evaluatie door te laten slaan in het voordeel van de short-shot echo wanneer zowel Short als Long shots worden gevalueerd (zie Shot Modus, P803). Deze functie is default ingesteld op 20. waarden: 0 tot 100 P851...
  • Pagina 78: Testparameters

    TESTPARAMETERS ( P900 tot P913 ) Testparameters zijn bedoeld voor gebruik door Milltronics Service personneel. P900 (V) SOFTWARE REV. # Kies deze parameter als u het EPROM Rev. Nr. wilt bepalen zonder het deksel van de behuizing te verwijderen. waarden: 00.00 tot 99.99...
  • Pagina 79 P906 COMMUNICATIE Testen van de eigen Milltronics communicatie-elektronica. Voordat u deze functie kiest, moet u klemmenblokcontacten 42 t/m 45 en 43 t/m 46 aansluiten. Wanneer de test succesvol wordt afgerond, wordt "PASS" getoond. Wanneer "FAIL" wordt getoond, moet de test herhaald worden (eerst uitgevoerde test stelt de auto-polariteitsfunctie in).
  • Pagina 80: Meetparameters

    MEETPARAMETERS ( P920 t/m P923 ) Gebruik deze parameters voor het verifiëren van de Applicatieparameter-programmering, wanneer het uitvoeren van een dynamische productniveautest van tenminste twee leeg/vol cycli voor elke tank niet haalbaar is. Kies de volgende parameters om een ultrasone meting uit te voeren en: »...
  • Pagina 81 P927 AFSTANDPERCENTAGE Hetzelfde als P923, plus alternatieve uitlezing in % P990 PARAMETER COPY Gebruik deze functie voor het kopiëren van de parameterset van een ander Point. Voer het puntnummer in waarvan u wilt kopiëren. Kopiëren van een parameterset . . . terwijl het gewenste sensor-Point is geselecteerd bijv.
  • Pagina 82: Master Reset

    MASTER RESET ( P999 ) P999 MASTER RESET Een Algemene Master Reset (stelt alle parameters weer in op de oorspronkelijke waarden) moet worden uitgevoerd: » voorafgaande aan initile programmering wanneer willekeurige parameterwaarden werden gebruikt tijdens een test in de werkplaats. »...
  • Pagina 83: Technische Specificaties

    TECHNISCHE SPECIFICATIES ZENDPULS De XPL+ zendpuls bestaat uit een of meer elektrische "shot" pulsen die worden toegevoerd aan de scan-relais. De scan-relais worden geactiveerd indien nodig, om de zendpuls toe te voeren aan de juiste sensor die is aangesloten op de XPL+ klemmen. De sensor vuurt een akoestisch "shot"...
  • Pagina 84: Afstandberekening

    20°C (68°F). Tenzij anders ingesteld, is de geluidssnelheid voor de berekening van de afstand 344.1 m/s (1129 ft/s). Variabele luchttemperatuur wordt automatisch gecompenseerd wanneer een Milltronics ultrasone / temperatuursensor wordt gebruikt. Wanneer de sensor(en) wordt (worden) blootgesteld aan direct zonlicht, moet(en) TS-3 temperatuursensor(en) worden toegepast.
  • Pagina 85: Volumeberekening

    VOLUMEBEREKENING De XPL+ biedt een groot aantal volumeberekeningsfuncties (P050 tot P055). Indien de bewaakte tank niet overeenkomt met een van de 8 default tankvormberekeningen, kan een Universele Volumeberekening worden gebruikt. Gebruik de niveau/volumegrafiek of curve die is meegeleverd door de leverancier van de tank (of maak er zelf een op basis van de tankdimensies). Bepaal uit deze grafiek, welke Universele volumeberekening de beste resultaten zal leveren, en kies de niveau versus volume breakpoints die moeten worden ingevoerd (32 max.).
  • Pagina 86: Meetresponsie

    MEETRESPONSIE De XPL+ Meetresponsie (P003) op een wijziging in het productniveau is ontworpen zodat deze ruimschoots voldoet aan de meest veeleisende omstandigheden. De Meetresponsie instelling past automatisch diverse parameters aan die invloed hebben op de XPL+ responsie op veranderingen in het materiaalniveau, op de volgende wijze: PARAMETER Waarden afhankelik van meetresponsie-waarde (P003) NUMBER...
  • Pagina 87 VOORBEELD 1 - NIVEAUMETING Productniveau Dit is de meest algemene toepassing van de XPL+ niveaumonitor. Dit voorbeeld is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: » een 30 m hoge silo met cement moet worden bewaakt. » de maximale vulsnelheid van de tank is 0.08m per minuut. »...
  • Pagina 88 PARAMETERINSTELLINGEN VOOR PUNTNUMMER 1 P001 Bedrijf Voer "1" in voor niveau. P002 Materiaal Voer "2" in voor vaste stof. P003 Meetresponsie Voer"1" in for langzaam (0.1 m/min). P004 Sensor Voer "107" in voor XLT-30. P005 Eenheiden Invoer niet nodig, default ingesteld op meters . P006 Leeg Voer "30"...
  • Pagina 89: Ruimte (Resterende Capaciteit)

    EXAMPLE 2 - RUIMTEMETING Deze bedrijfsmodus wordt veel gebruikt wanneer de resterende tankcapaciteit belangrijker is voor de installatie dan het feitelijke materiaalniveau. Ruimte In dit voorbeeld gaan we uit van het volgende: » de tank is een cilinder met een diameter van 3 ft en is 15 ft lang (inclusief de parabolische einden van 1.5 ft el ).
  • Pagina 90 PARAMETERINSTELLINGEN VOOR PUNTNUMMER 1 P001 Bedrijf Voer "2" in voor ruimte. P002 Materiaal Geen invoer nodig. (Default voor vloeistof). P003 Meetresponsie Geen invoer nodig. (Default gemiddeld, 1 m/min). P004 Sensor Voer "101" voor XCT-8. P005 Eenheden Voer "4" in voor feet. P006 Leeg Voer "4.5"...
  • Pagina 91: Voorbeeld 3 Ma Multipunt-Gemiddelde

    VOORBEELD 3 - mA MULTI-POINT GEMIDDELDE Deze bedrijfsmodus kan worden gebruikt voor bunkers met meerdere materiaaluitlaten en tankparken waarbij verschillende tanks hetzelfde product bevatten. Evenals het bewaken van de hoeveelheid materiaal in elke tanksectie (of tank) kan een mA uitgang die de gemiddelde meetwaarde vertegenwoordigd worden gebruikt voor het berekenen van de totale producthoeveelheid of de resterende capaciteit.
  • Pagina 92 PARAMETERIINSTELLINGEN VOOR PUNTNUMMER 00 (punten 1 - 10) P001 Bedrijf Voer "1" in voor niveau. P002 Materiaal Voer "2" in voor vaste stof. P003 Meetresponsie Voer "1" in voor langzaam, 0.1 m/min (4 in/min). P004 Sensor Voer "109" in voor XLS-30. P005 Eenheden Voer "4"...
  • Pagina 93: Voorbeeld 4 Afstand

    VOORBEELD 4 - AFSTANDMETING Deze bedrijfsmodus kan worden gebruikt voor bewaking van apparatuurposities tot 60 m (200 ft). Het bedrijf lijkt op dat van Ruimtemeting, met dat verschil dat de metingen worden uitgevoerd vanaf het sensoroppervlak. In dit voorbeeld gaan we uit van het volgende: »...
  • Pagina 94: Applicatie-Assistentie

    Als u problemen heeft bij het toepassen van de XPL+ in een procesmeetsituatie, of de XPL+ met succes gebruikt in een "uniek proces" waaraan wij nog nooit hebben gedacht, neem dan contact op met Milltronics. 25/01/99...
  • Pagina 95: Bic-Ii Ondersteuning

    BIC-II ONDERSTEUNING Default, biedt de XPL+ een digitale uitgang via de Randapparatuur communicatie (20 mA bipolair seriële current loop) klemmen, die geschikt zijn voor ondersteuning van de Milltronics BIC-II. De XPL+ maakt gebruik van het simplex convention communicatieprotocol. Databerichten worden continue uitgezonden met regelmatige intervallen (afvragen niet vereist) bij 4800 baud.
  • Pagina 96: Hold Bericht

    MT-01 HOLD BERICHT Veldnaam Definitie Start berichte Einde bericht $02 (Begin bericht) bijv. Berichttype 2 karakters, 01 (geeft aan dat de XPL+ is verwijderd uit de RUN-modus) $0D (Einde bericht) Berichttype MT-03 PUNT NIET GESCANNED Veldnaam Definitie Punt # Start bericht $02 ( Begin van bericht) Berichttype 2 karakters, 03 (geeft het puntnummer aan...
  • Pagina 97: Onderhoud

    ONDERHOUD De XPL+ vereist geen onderhoud. Echter het normaal schoonhouden in en rond de elektronicabehuizing wordt aanbevolen. Reinig het gebied rond het behuizingsdeksel met een droge doek (indien nodig) voordat u het programmeerapparaat plaatst. Inspectie van de sensor, om de doelmatigheid van het zelfreinigende ontwerp te verifiëren, is aanbevolen . Als materiaalafzetting op het sensoroppervlak wordt geconstateerd, moet een schema van regelmatig reinigen worden geïntroduceerd om een optimale werking van het systeem te handhaven.
  • Pagina 98 PL-532-5...
  • Pagina 99: Troubleshooting Handleiding

    TROUBLESHOOTING HANDLEIDING SYMPTOOM OORZAAK ACTIE Display blanco, overdrachts-LED Geen voeding. Controleer voeding, bedrading en knippert niet, sensor pulst niet. spanningskeuzeschakelaar. Geen respons op Infrarood interface geblokkeerd Reinig "docking bay" programmeereenheid. defecte programmeereenheid. en programmeereenheid. Display "Short" en "tb:(#)". Kortsluiting sensor Reparatie of vervangen zoals kabel, of defecte sensor.
  • Pagina 100: Meetproblemen

    MEETPROBLEMEN Als een meetprobleem optreedt langer dan de Fail-safe Timer (P070) instelling, knippert "LOE" afgewisseld door de weergave van de meetwaarde. Onder bepaalde omstandigheden kan een meetprobleem er toe leiden dat de XPL+ zich richt op een valse echo en een vaste of onjuiste meetwaarde toont. KNIPPEREND "LOE"...
  • Pagina 101: Vaste Uitlezing

    VASTE MEETWAARDE Als de meetwaarde een vaste waarde is, ongeacht de afstand van de sensor tot het product, (object) oppervlak, zorg er dan voor dat: 1. Er zich geen obstructies in de sensorbundel bevinden. 2. Het product (object) oppervlak dat wordt bewaakt zich niet binnen de kleinst mogelijk meetbare afstand bevindt.
  • Pagina 102: Verkeerde Uitlezing

    (of te verlagen) die wordt gegeven aan de korte shot echo’s ten opzichte van de long shot echo’s. Wanneer een stabiele meting nog steeds niet haalbaar is, neem dan contact op met Milltronics Of uw locale vertegenwoordiger.
  • Pagina 103: Specificaties

    (Type 4X / NEMA 4X / IP65 behuizing) » installatiecategorie: » II » vervuilingsgraad: » 4 Scan-punten: » 10 punten per AiRanger XPL Plus max » frequentie-onafhankelijk Bereik: » 0.3 m (1 ft) tot 60 m (200 ft) max Nauwkeurigheid: » 0,25% van programmabereik of 6 mm (0.24"), om het even welke groter is...
  • Pagina 104: Programmeereenheid

    Goedkeuringen: » CE , CSA NRTL/C EMC prestaties op aanvraag beschikbaar PROGRAMMEEREENHEID Voeding: » 9 V (ANSI / NEDA 1604, PP3 of gelijkwaardig) Omgevingstemperatuur: » -20 tot 50 °C (-5 tot 122 °F) Toetsenbord: » 20 toetsen Interface: » digitaal, infrarood Behuizing: »...
  • Pagina 105 Kabel Sensor: » RG-62 A/U (of gelijkwaardig), max. 365 m (1200 ft) » Raadpleeg de instructies van de sensor voor korte verlengingen (in geaarde metalen kabelgoot, gescheiden van andere kabels) mA uitgang: » Belden 9552, afgeschermd / twisted pair, 18 AWG (0,75 mm ) of gelijkwaardig »...
  • Pagina 106 PL-532-5 25/01/99...
  • Pagina 107: Programmeerkaart

    PROGRAMMEERKAART PARAMETER GEWIJZIGDE WAARDEN VOOR PUNTNR’s NAAM VEILIGHEID Lock (G) P000 QUICK START Bedrijf P001 Materiaal P002 Meetresponsie P003 Sensor P004 Eenheid (G) P005 Leegniveau P006 Bereik P007 VOLUME Tankvorm P050 Max Volume P051 Tank afmeting A P052 Tank afmeting L P053 Level breakpoints registreer waarde op afzonderlijk blad...
  • Pagina 108 PROGRAMMEERKAART PARAMETER GEWIJZIGDE WAARDEN VOOR PUNTNR.’s NAAM mA UITGANGEN mA bereik P200 mA functie P201 mA toekenning P202 mA waarde / sensor (V) P203 0/4 mA Setpoint P210 20 mA Setpoint P211 mA Min grensw. P212 mA Max grensw. P213 4 mA Trim P214 20 mA Trim...
  • Pagina 109 PROGRAMMEERKAART PARAMETER GEWIJZIGDE WAARDEN VOOR PUNTNR’S NAAM SNELHEID Max vulsnelheid P700 Max afvoersnelheid P701 Vulindicator P702 Afvoerindicator P703 Snelheidsfilter P704 Snelheid update-tijd P705 Snelheid update afstand P706 Snelheidswaarde (V) P707 MEETVERIFICATIE Fuzz Filter P710 Echo Lock P711 Gereserveerd P712 Echo Lock venster P713 SCANNEN Smart Scan modus (G)
  • Pagina 110 PROGRAMMEERKAART PARAMETER GEWIJZIGDE WAARDEN VOOR PUNTNR’S NAAM GEAVANCEERDE ECHOVERWERKING P810 Scope Displays (G) P816 Echo tijd P817 Profiel pointer tijd P818 Profiel pointer afstand P819 Profiel pointer amplitude P820 Algoritme P821 Spike Filter P822 Narrow Echo Filter P823 Reform Echo P824 (gereserveerd) P825...

Inhoudsopgave