INSTALLATIE
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel,
De volgende procedure geldt voor alle XPL+ niveaubewakingsinstallaties. Zie
Toepassingsvoorbeelden voor aanvullende instructies. Zie ook de instructiehandleidingen van alle andere
aangesloten apparatuur op de XPL+ voor aanvullende installatie-instructies.
AIRANGER XPL PLUS
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming met de
locale regelgeving.
LOCATIE
Inspecteer alle potentiële montagelocaties. Kies een locatie die geschikt is voor de XPL+ polycarbonaat
behuizing en die voldoet aan de volgende criteria.
De ideale XPL+ montagelocatie is daar waar:
1.
De omgevingstemperatuur altijd tussen -20 tot 50 °C (-5 tot 122 °F) ligt.
2.
Het XPL+ deksel voldoende ruimte heeft om open te draaien.
3.
Operator en elektronica niet aan de elementen worden blootgesteld.
4.
Minimale kabellengten nodig zijn.
5.
Het Montage-oppervlak vrij is van trilling.
Vermijd montagelocaties waar de XPL+:
» wordt blootgesteld aan direct zonlicht (zorg anders voor een zonnescherm.)
» dicht in de buurt komt van hoogspannings- of stroomleidingen, contactors of SCR aandrijvingen.
KABEL / WARTELVOORSCHRIFTEN
Bepaal het aantal kabeldoorvoeren/wartels dat nodig is voor:
»
Sensoren
»
TS-3 temperatuursensoren
»
BIC-II ( indien gebruikt )
»
SAM-20
»
AO-10
»
Synchronisatie ( zie aansluiting \ Niveausysteem-sysnchronisatie )
»
Voeding
Sensorkabels moeten worden gelegd in een geaarde metalen buis, apart van andere bekabeling,
(behalve de TS-3 temperatuursensorbedrading, indien van toepassing ).
PL-532-5
en in overeenstemming met de locale regelgeving.
( indien gebruikt )
( indien gebruikt )
( indien gebruikt )
TECHNISCHE SPECIFICATIES
11