VASTE MEETWAARDE
Als de meetwaarde een vaste waarde is, ongeacht de afstand van de sensor tot het product, (object)
oppervlak, zorg er dan voor dat:
1. Er zich geen obstructies in de sensorbundel bevinden.
2. Het product (object) oppervlak dat wordt bewaakt zich niet binnen de kleinst mogelijk meetbare
afstand bevindt.
3. De sensor geen contact maakt met een metalen object.
4. Menger (indien gebruikt) "aan" is terwijl de XPL+ in bedrijf is.
Als de vaste meetwaarde een afstand weergeeft die meer dan 3 meter (9 feet) Van het sensoroppervlak ligt,
dan detecteert de XPL+ waarschijnlijk een obstructie aan de binnenkant van de tank. Richt de sensor weg
van de obstructie, (of verwijder de obstructie). Als de obstructie niet kan worden vermeden of verwijderd, dan
moet de XPL+ TVT (Time Varying Threshold) Curve worden gewijzigd om de Echo Confidence te reduceren
die is afgeleid van het geluid dat is gereflecteerd door de obstructie. (Zie ENHANCEMENT PARAMETERS
Scope Displays, P810 en TVT Shaper, P832).
Als de vaste meetwaarde een minimale afstand tot het sensoroppervlak aangeeft, dan kan de toestand
worden veroorzaakt door een obstructie van de geluidsbundel (controleer dit eerst), maar kan ook worden
veroorzaakt door andere factoren.
Als het product (object) oppervlak zich binnen de nearest distance van de sensor bevindt (zie INSTALLATIE
Sensormontage), monteer dan de sensor hoger boven (verder weg van) het dichtstbijzijnde object dat
bewaakt moet worden.
Als de sensor is gemonteerd op een standpijp, moeten eventuele bramen of lasnaden aan de binnenzijden of
open eind (het einde dat in de tank uitkomt) worden verwijderd. Als het probleem blijft bestaan, monteer dan
een standpijp met een grotere diameter of kortere lengte (diameter vergroten) of zaag het open einde van de
standpijp af onder een hoek van 45°
Alleen voor de "ST-serie" sensoren; zorg er voor dat niet metalen montagemateriaal wordt gebruikt
(meegeleverd). Vaak zal iets losdraaien van overmatig aangehaald montagemateriaal de sensor mechanisch
isoleren van een resonerend metalen oppervlak
Ongeacht het montagetype, moet u wanneer moeilijkheden blijven bestaan, de prestaties van de sensor
optimaliseren. Stel de Short Shot Frequentie (P842) en de Long Shot Frequentie (P843) in op maximale Echo
Confidence (P805).
Als de voorgaande oplossingen niet de goede resultaten opleveren, moet de valse echo worden genegeerd.
Vergroot onderdrukkingsband (P800) tot een afstand (vanaf het sensoroppervlak) tot net iets verder dan de
afstand die door de meetwaarde wordt aangegeven. Hierdoor wordt ook de kleinste afstand verhoogd
waarbinnen het productniveau / object mag komen tot aan het sensoroppervlak waarbij het toch nog kan
worden gedetecteerd.
Indien het verhogen van de onderdrukkingsband onacceptabel is (de sensor kan niet hoger worden
gemonteerd) zie Hulpsensor (P725). Anders moet de TVT Curve worden verhoogd in het gebied van de valse
echo.
Sluit een oscilloscoop aan op de XPL+, (zie ENHANCEMENT PARAMETERS Scope Displays, P810). Wijzig
de TVT Start Min (P833), TVT Start tijdsduur (P834), en TVT Slope Min (P835) een beetje.
Ga door met het maken van kleine aanpassingen in de TVT Curve en het uitvoeren van nieuwe metingen
terwijl u de Echo Marker positie in de gaten houdt totdat het Echo Lock Venster Herhaaldelijk de echte echo
vasthoudt. Ga na of de valse echo nog steeds wordt genegeerd, ongeacht het tankproductniveau, de afvoer-/
of vulactiviteit.
PL-532-5
OPTIMALISATIEPARAMETERS
101
OPTIMALISATIE PARAMETERS
INSTALLATIE