Betrieb
Versterkingsregeling
Verhoog of verlaag met de versterkingsknoppen op de ontvanger de versterkingsfac-
tor van een gekoppelde zender:
• Schakel de gekoppelde zender in en druk kort op de versterkingsknoppen om de
versterkingsfactor in stappen van 1 dB af te regelen
• Voor een snellere afregeling van de versterkingsfactor houdt u de versterking-
sknoppen ingedrukt.
Tip: Controleer de audio en houd het audiometerniveau van de ontvanger in de
gaten terwijl u de versterkingsfactor instelt om zo signaaloversturing te voorkomen.
Bedieningselementen vergrendelen en ontgrendelen
De bedieningselementen van ontvanger en zender kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen aan de instellingen te voorkomen.
Opmerking: Vergrendelingen worden niet beïnvloed door in- en uitschakeling.
Bedieningselementen ontvanger
vergrendelen
Houd de knoppen 'group' en 'channel' tegelijkertijd ingedrukt
tot LK verschijnt op het LCD-scherm. Doe hetzelfde om te
ontgrendelen.
• LK wordt weergegeven als een vergrendeld bedieningselement
wordt ingedrukt
• UN wordt kort weergegeven om het ontgrendelingscommando
te bevestigen
Gekoppelde zenders en ontvangers met extern-ID identificeren
Gebruik de functie Extern-ID voor het identificeren van gekoppelde zender- en ontvangerparen in systemen met meerdere ontvangers. Wanneer extern-ID actief is, knippert
het LCD-scherm van de ontvanger en wordt ID weergegeven. De status-LED van de bijbehorende zender knippert ongeveer 45 seconden afwisselend rood en groen.
Voor het activeren van extern-ID:
1.
Druk kort op de knop 'link' op de zender of de ontvanger.
2.
Het LCD-scherm van de gekoppelde ontvanger knippert en geeft ID weer en
de status-LED op de gekoppelde zender knippert afwisselend rood/groen.
3.
Druk om de modus extern-ID af te sluiten kort op de knop
'link' of laat de functie een time-out ondergaan.
Een groep en kanaal handmatig selecteren
Specifieke groepen en kanalen kunnen aan de ontvanger worden toegewezen in plaats van het gebruik van de automatische scanfunctie.
Opmerking: Groep 3 mag alleen worden gebruikt in een gecontroleerde Wi-Fi-omgeving om storingen van onvoorziene Wi-Fi-apparaten te voorkomen.
Een groep selecteren
1.
Houd de knop group 2 seconden ingedrukt tot het dis-
play group begint te knipperen.
2.
Druk op de knop group om door de beschikbare groepen te bladeren.
3.
De ontvanger slaat automatisch de geselecteerde groep op.
Aan/uit-schakelaar van zender vergrendelen
Begin met de zender op off in te stellen en houd dan de knop LINK ingedrukt terwijl
u de zender inschakelt. Blijf de knop 'link' ingedrukt houden tot het vergrendelingspic-
togram verschijnt op het LCD-scherm van de ontvanger. Herhaal deze volgorde om te
ontgrendelen.
Optioneel kan de aan/uit-schakelaar van de zender op afstand worden vergrendeld vanaf het voorpa-
neel van de ontvanger:
Houd de knoppen group en link tegelijkertijd ongeveer 2 seconden ingedrukt tot het knipperende
vergrendelingspictogram verschijnt op het LCD-scherm van de ontvanger. Herhaal deze volgorde om
te ontgrendelen.
GLXD4
rf group
ID
link
channel
Een kanaal selecteren
1.
Houd de knop channel 2 seconden ingedrukt tot het dis-
play channel begint te knipperen.
2.
Druk op de knop channel om door de beschikbare kanalen te bladeren.
3.
De ontvanger slaat automatisch het geselecteerde kanaal op.
Opmerking: Een symbool van een dubbel koppelteken-- dat op het scherm van
de ontvanger wordt weergegeven tijdens een kanaalscan, geeft aan dat er geen
beschikbare kanalen binnen de geselecteerde groep zijn. Kies een groep met meer
kanalen en herhaal de instellingsstappen.
rf
group
+
gain
link channel
-
GL
XD
2
on
+
gain
-
95