3.2 #
Plaats voor NT1 bepalen
De NT1 is ontworpen om te worden opgehan-
gen. Houd bij het bepalen van een plaats voor
de NT1 rekening met het volgende:
–
–
–
–
–
–
3.3 #
Bestaande analoge apparatuur
verwijderen
Deze paragraaf is alleen op u van toepassing
wanneer u op uw huidige adres overschakelt
van een analoge telefoonaansluiting naar
ISDN. Als u de NT1 aanlegt in uw nieuwe
woning, kunt u doorgaan met paragraaf 3.4.
Trek de telefoonstekkers van al uw analoge
apparaten uit de telefoonstopcontacten. Sluit
vervolgens een van uw analoge telefoons tij-
delijk aan op het hoofd-telefoonstopcontact
(zie afbeelding 6). U kunt dan gewoon bellen
en gebeld worden terwijl u de NT1 ophangt en
de ISDN-terminal-adapter, de analoge appara-
ten en/of de ISDN-apparaten aansluit.
Plaats de NT1 in verband met de lengte
van het elektriciteitssnoer op maximaal
1.90 m van een stopcontact.
Plaats de NT1 in verband met de lengte
van het aansluitsnoer met ministekker en
telefoonstekker (1.50 m) dichtbij het
hoofd-telefoonstopcontact.
Plaats de NT1 niet in direct zonlicht of op
een zeer warme, koude, vochtige of stoffi-
ge plaats.
Plaats de NT1 niet in een ruimte waar
zuren, logen of andere agressieve stoffen
het apparaat kunnen aantasten.
Plaats de NT1 niet in een meterkast met
een opening naar de kruipruimte. U kunt
de NT1 wel plaatsen in een geventileerde
meterkast zonder openingen naar de
kruipruimte.
Laat ten minste 10 cm ruimte vrij aan de
bovenkant en de onderkant van het appa-
raat voor luchtcirculatie.
19