Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de ISDN-bekabeling korter is dan 150 m,
mag u maximaal 8 ISDN-apparaten aansluiten,
waarvan maximaal 4 ISDN-apparaten zonder
eigen stroomvoorziening. Een apparaat met
eigen stroomvoorziening kunt u herkennen
aan een snoer met een elektriciteitsstekker of
aan een snoer met een adapter. Apparaten met
eigen stroomvoorziening zijn bijvoorbeeld
ISDN-faxen en ISDN-pc-kaarten. ISDN-tele-
foons hebben meestal geen eigen stroom-
voorziening.
Als de ISDN-bekabeling langer is dan 150 m, is
het verstandig de ISDN-bekabeling te laten aan-
leggen door een monteur van KPN Telecom.
Voor ISDN-bekabeling langer dan 150 m gel-
den namelijk andere eisen.

1.3 " # Stroomuitval

Als de stroom uitvalt, schakelt de NT1 automa-
tisch over op noodstroom. Het gele controle-
lampje 230V/AC is uit. Het groene controle-
lampje LINE OK blijft branden. U kunt dan
slechts met één ISDN-telefoon blijven telefone-
ren. Op deze ISDN-telefoon moet noodstroom
zijn ingeschakeld. Het is verstandig bij het aan-
sluiten van ISDN-apparaten één ISDN-telefoon
op noodstroom in te stellen, zodat u bij stroom-
uitval altijd bereikbaar bent. Raadpleeg voor
het instellen van noodstroom de gebruiksaan-
wijzing van de betreffende ISDN-telefoon.
Als de elektriciteitsstekker van de NT1 per
ongeluk uit het stopcontact wordt gehaald ter-
wijl de stroom niet is uitgevallen, schakelt de
NT1 ook automatisch over op noodstroom.
U kunt dan naast de op noodstroom ingestel-
de ISDN-telefoon ook uw andere ISDN-appa-
ratuur met eigen stroomvoorziening blijven
gebruiken.
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave