6.8 Zonneregelaar Oetrosol B
Altijd gaan staan op het type installatie 1 (Parameter ANL 1).
6.8.1
Algemene beschrijving van de werking
In de automatische modus werkt de Oetrosol B regeling volgens de
volgende regelingprincipes:
De zonnestraling verwarmt de warmteoverdrachtvloeistof van
de collector.Om de regeling te starten, moet de temperatuur bij
de collector ten minste 30 °C zijn met een temperatuurverschil
van 10 K ten opzichte van de boiler.
In de zelfkalibratiefase die erop volgt (instelparameter tu,
fabrieksinstelling 3 minuten) draait de zonnepomp (relais 1) op
volle snelheid (100 %).
Vervolgens wordt het toerental van de zonnepomp op
dynamische wijze berekend aan de hand van het verschil
tussen de referentietemperatuur (parameter DT, afstelling in de
fabriek op 20K) en de temperatuur van het warmwatertoestel.
Wanneer de zone-omkeertemperatuur bereikt is in de sensoren
(instelparameter SZ, fabrieksinstelling 55°C), schakelt het
relais R2 de omkeerklep over op de bovenste zone van het
warmwatertoestel. De gebruiker heeft zo onmiddellijk sanitair
warm water op de richttemperatuur.
Wanneer
de
zone-omkeertemperatuur
(instelparameter SZ, fabrieksinstelling 55°C), wordt de
richtwaarde van het verschil met de referentietemperatuur
verlaagd met 20K tot 10K.
Het systeem laadt het warmwatertoestel aan de hand van de
beschikbare warmte en stopt wanneer de richttemperatuur van
het warmwatertoestel bereikt is (instelparameter SX,
fabrieksinstelling 60 °C).
Wanneer de temperatuur in de sensoren de maximum waarde
bereikt (instelparameter CX, fabrieksinstelling 100°C),
schakielt de zonnepomp in om de sensoren af te koelen. De
pomp werkt totdat de temperatuur van de collectoren 5 K
minder is dan de parameter CX en/of totdat de maximum
opslagtemperatuur (80°C) in de boiler bereikt is. Zodra de
temperatuur van de sensoren weer onder de temperatuur van
het warmwatertoestel komt, wordt het warmwatertoestel
afgekoeld tot aan zij richttemperatuur. De installatie wordt zo
beschermd tegen oververhitting en herhaald uitschakelen
zodat de gebruiker zo lange tijd afwezig kan zijn, ook tijdens de
zomerperiode.
De hoeveelheid van de collectoren naar de boiler overgedragen
warmte is te zien aan de parameter AH. De waarde is een
optelsom en wordt permanent bijgewerkt.
De regeling Oetrosol B (installatie 2 -
verwarming) bezit een extra functie: Een temperatuursensor S3
is op de retourleiding van de verwarming geplaatst.
- Indien de temperatuur van de retourleiding van de verwarming
gelijk of hoger is dan de temperatuur van het reservoir op zonne-
energie, gaat de retourleiding van de verwarming direct naar de
verwarmingsketel.
26
Zie volgende pagina (Indienststelling).
- Indien de temperatuur van het reservoir op zonne-energie hoger
is dan de temperatuur in de retourleiding van de verwarming, gaat
de retourleiding van de verwarming via het reservoir op zonne-
energie. De energie afkomstig van de zon of van een
verwarmingsketel op biomassa wordt zo gebruikt voor het
verwarmen van het huis.
Installatie 1
bereikt
is
Installatie 2
ANL2 als extra
Powersun 250/350
07/09/10 - 300011968-001-F