Het reinigen van de batterijen
Wanneer de batterijen vuil zijn geworden door water,
zoutzuur, stof of andere stoffen moet u ze snel schoon-
maken. De batterijen die met de scootmobiel geleverd
zijn, zijn onderhoudsvrij en gesloten. Volg de volgende
stappen voor het reinigen van de batterijen:
• Zet de scootmobiel uit met de contactsleutel.
• Verwijder de zitting en de afdekplaat van de batteri-
jen. Maak eventuele verbindingen van de afdekplaat
los.
• Neem de batterijen uit volgens de boven omschreven
procedure.
• Reinig de batterij met een schone lap. Wanneer de
accupolen vuil zijn met een witte aanslag, dit voor-
zichtig verwijderen met een vochtige doek en inspui-
ten met zuurvrij vaseline.
Waarschuwing:
De kabels van de besturingskast, oplader en batteri-
jen zijn vanaf de fabriek goed aangebracht. Probeer
deze niet te verleggen. Een niet goed aangelegde ka-
bel kan ervoor zorgen dat er storing optreedt wat tot
uitval of kortsluiting kan lijden door afklemming door
de batterijen.
Zorg ervoor dat de batterijen op de juiste manier zijn
aangesloten
Banden
• De toestand van de banden wordt beïnvloed door
hoe u rijdt en op welke ondergrond u rijdt.
• Vervang de banden bij een profiel < dan 0,5 mm.
• Wanneer de scootmobiel is uitgevoerd met luchtban-
den, wordt er een luchtdruk van minimaal 1.8 bar aan-
bevolen. De bandenspanning moet regelmatig gec-
ontroleerd worden.
Rijden op de straat
Starten en rijden:
1. Controleer of de stoel in de juiste positie staat.
2. Zorg ervoor dat het stuur en de zitting in een juiste,
comfortabele positie staan.
3. Klap de armleggers naar beneden.
4. Zet het contact aan. Zet de verlichting aan.
5. Controleer of u genoeg capaciteit heeft in de bat-
terijen voor de rit heen en terug. Als u twijfelt over
de resterende energie, laad dan voor u gaat rijden
eerst de batterijen op.
6. Stel de maximum snelheid in die voor u het beste
is.
7.
Controleer of de gashendel goed functioneert.
Drive Medical GmbH & Co. KG | Versie: 19.04.2018 | Onder voorbehoud van wijzigen
8. Controleer
of
de
functioneert.
9. Kijk of u veilig kunt wegrijden voor uw omgeving
en pas de snelheid aan naar de omstandigheden.
Let op!
1. Trek nooit gelijktijdig aan de linker- en rechter gas-
hendel. U kunt hiermee uw scootmobiel niet bestu-
ren. Het kan schade en letsel veroorzaken.
2. Schakel de scootmobiel niet uit wanneer u rijdt.
Dit veroorzaakt een noodstop. Waarbij de scoot-
mobiel schade kan oplopen in de besturingskast
en het kan letsel veroorzaken.
3. Rijd nooit met de hoogste snelheid binnenshuis.
4. Verander onder het rijden niet de snelheid van
uw scootmobiel. Een plotselinge verandering van
snelheid kan medeweggebruikers in gevaar bren-
gen en uw scootmobiel beschadigen.
5. Plaats geen producten of apparaten dicht bij uw
scootmobiel met magnetische straling. Deze
kunnen het gedrag van de scootmobiel negatief
beïnvloeden.
6. Let extra op bij veel verkeer of onoverzichtelijke si-
tuaties. Pas uw snelheid aan.
7.
Let bij het achteruit rijden op andere verkeer
en
obstakels. Bij het achteruit rijden piept de
scootmobiel.
Remmen en parkeren
De elektromagnetische rem stopt de scooter. Wanneer
u de gashendel los laat wordt de rem automatisch ge-
activeerd en de scootmobiel stopt.
De rem wordt ook geactiveerd als de scootmobiel is
uitgeschakeld.
In geval van nood kunt u de handrem gebruiken aan
het stuur.
Schakel de scootmobiel nooit uit op een helling.
Parkeren: Zet de schakelaar uit (OFF) en trek de cont-
actsleutel uit de scootmobiel.
Schoonmaken
De scootmobiel moet regelmatig worden schoon ge-
maakt, vooral wanneer u vaak over zand of andere vuile
oppervlaktes rijdt.
Gebruik een vochtig, schone, zacht lap om uw scoot-
mobiel schoon en stof vrij te maken.
Gebruik een mild schoonmaakmiddel met een vochtige
doek.
Om de scootmobiel te desinfecteren maakt u gebruik
van bijvoorbeeld: Descosept AF of Bacillol AF.
Een scootmobiel is geschikt voor hergebruik (pool).
Controleer de scootmobiel altijd volgens de voorschrif-
ten van de fabrikant.
Gebruiksaanwijzing Scootmobiel ST4D / ST4D Plus
NL
magnetische
rem
goed
25