(7)
Aangepaste toetsen
U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze
instellingen of functies van uw voorkeur aangeven.
☞
Aangepaste toetsen tonen
(8)
Toets
Druk op deze toets om een bestemming op te geven
door gebruik te maken van een zoeknummer
* 3-cijferig getal toegekend aan een bestemming tijdens
het opslaan.
☞
BESTEMMING OPROEPEN MET EEN
ZOEKNUMMER
(pagina 5-21)
(9)
Toets [Opn. verzenden]/[Volgend Adres]
De bestemming van de laatste 8 verzendingen met Scannen
naar E-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Druk op
deze toets om één van deze bestemmingen te selecteren.
Nadat u een bestemming hebt geselecteerd, verandert deze
toets in de toets [Volgend Adres].
☞
OPNIEUW VERZENDEN
VAN EEN BESTEMMING
(10) Weergave-instellingen
Weergave-instellingen (formaat origineel, belichting
resolutie, formaat en kleurmodus) kan worden geselecteerd.
☞
WEERGAVE-INSTELLINGEN
(11) Toets
Deze toets verschijnt als een speciale functie of 2-zijdig
scannen wordt geselecteerd. Druk op deze toets om de
geselecteerde speciale functies weer te geven.
☞
Controleren welke speciale functies zijn
geselecteerd
(pagina 5-11)
Wanneer u een afbeelding verzendt, kunt u een opgeslagen verzendbestemming oproepen en gebruiken vanaf het
adresboekscherm. Het adresboekscherm wordt gedeeld door de functie scanner, internetfax, fax en gegevensinvoer.
Druk op [Adresboek] in het basisscherm om naar het scherm Adresboek te gaan. Druk op [Voorwaarde-Instellingen] in
het scherm Adresboek om naar het basisscherm te gaan.
Basisscherm van scanmodus
Scannen
Internetfax
Adresboek
Origineel
Adresinvoer
Belichting
Resolutie
Verzendinst.
Best.Indeling
Adresoverzicht
Kleurmodus
Bestand
Spec. Functies
Snelbestand
• In dit hoofdstuk wordt het basisscherm van de scanmodus als voorbeeld genomen voor uitleg over bewerkingen die gelijk zijn voor alle modi.
• Voor de procedures in dit hoofdstuk gaan we ervan uit dat het basisscherm van de scannermodus verschijnt wanneer op
[BEELD VERZENDEN] wordt gedrukt.
Systeeminstellingen (Beheerder): Standaardweergave-Instellingen
Een van de volgende schermen kan als beginscherm worden geselecteerd om te verschijnen wanneer op [BEELD VERZENDEN] wordt gedrukt.
• Basisscherm van elke functie (scan-, internetfax-, fax- of gegevensinvoerfunctie)
• Het scherm van het Adresboek
(pagina 5-11)
*
.
(pagina
5-25)OPROEPEN
(pagina 5-19)
(pagina 5-50)
Faxen
USB-geh.scan
PC scan
Scannen:
Auto
Zenden:
Auto
Auto
Text
200x200dpi
PDF
PDF
Auto/Grijstint
Mono
(12) Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om een speciale functie te gebruiken.
☞
SPECIALE FUNCTIES
(13) Toets [Bestandsnaam]
Druk op deze toets om een bestandnaam in te voeren
tijden het opslaan van een bestand naar USB-geheugen.
☞
BESTANDSNAAM INVOEREN
(14)
/
/ Toets
Wanneer "Instelling vasthouden ontvangen
afdrukgegevens" of "Instelling beeldcontrole ontvangen
data" in de systeeminstellingen (beheerder) is
ingeschakeld, wordt dit weergegeven bij ontvangst van
een internetfax.
: Alleen "Instelling vasthouden ontvangen
afdrukgegevens" is ingeschakeld
: Alleen "Instelling beeldcontrole ontvangen data" is
ingeschakeld
: Beide instellingen zijn ingeschakeld
☞
EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING
AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen
afdrukgegevens)(pagina 5-107)
☞
DE AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN
CONTROLEREN
(15) Toets [Handmatige i-faxontvangst]
Druk op deze toets om handmatig een internetfax te
verzenden.
☞
HANDMATIG INTERNETFAXEN ONTVANGEN
(pagina 5-106)
Het scherm van het Adresboek
5
15
Aan
10
Voorwaarde-
Instellingen
AAA AAA
Adresoverzicht
CCC CCC
Adresinvoer
EEE EEE
Globaal
GGG GGG
Adres Zoeken
III III
Freq.
Adres sorteren
5-10
SCANNER/INTERNETFAX
(pagina 5-66)
(pagina 5-37)
(pagina 5-108)
Cc
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
ABCD
EFGH
IJKL
MNOP
QRSTU
VWXYZ
Inhoudsopgave
1
2
etc.